7ML19985QD82 MultiRanger – QUICK START HANDLEIDING Pagina NL-5
mmmmm
Nederlands
Bedrading
Sensoren
Opmerkingen:
• Raadpleeg de Instruction Manual voor volledige instructies voor de bedrading.
• Verifieer of alle systeemcomponenten zijn geïnstalleerd conform de instructies.
• Sluit alle kabelafschermingen aan op de aansluitingen van de MultiRanger afschermingen.
Voorkom verschillende aardpotentialen door kabelafschermingen nergens aan te sluiten.
• Houd blootgelegde aders van afgeschermde kabels zo kort mogelijk, om ruis in de kabel te
reduceren die wordt veroorzaakt door stralingsemissie en opvangen van ruis.
L2/N L1
TB1
TB3
TB2
RELAY 1
RELAY 2
RELAY 3
RELAY 4
RELAY 5
RELAY 6
2
1
mA INPUT
SHIELD
SYNC
1
2
4 - 20 mA
OUTPUTS
TS-3
SHIELD
1
2
DISCRETE
INPUTS
RS485
B
A
COM
12-30 V
TB1
Klemmen
Op de klemmenstrook van de MultiRanger kunnen alle ingangen en uitgangen tegelijkertijd worden
aangesloten.
Opmerking:
Aanbevolen aanhaalmoment voor
schroefklemmen:
• 0,56 – 0,79 Nm (5 – 7 in.lbs)
De schroeven niet te strak aandraaien
DC eenheid
Sensor Twee
Sensor Een
wit
zwart
wit
zwart
Waarschuwing: Er is een gevaarlijke spanning aanwezig op de klemmen
van de sensor tijdens bedrijf.
Voer de sensorkabel door een geaarde metalen doorvoer, gescheiden van
andere bekabeling (behalve TS-3 temperatuursensor bekabeling, indien
van toepassing).
Opmerkingen
• Gebruik geen coaxkabel vanwege elektrische ruis
interferentie.
• Sluit de afscherming- en witte sensoraders niet op elkaar
aan, sluit aan op aparte klemmen.
• Negeer de handleidingen van de sensoren die dit
aanbevelen.
Een 0,1 µF (100V of meer) condensator is inbegrepen in de MultiRangers voor montage op oude
MultiRanger Plus installaties. Raadpleeg
General Appendix F - Upgrading
in de complete MultiRanger
Instruction Manual voor meer informatie.
To Next Page
Loading...
