g006530
Figuur 58
1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming
2. Gebogen deel 4. Scheur
Controle op kromme messen
Opmerking: De machine moet op een egaal
oppervlak staan voor de volgende procedure.
1. Zet het maaidek op de hoogste maaipositie.
2. T rek dikke handschoenen of andere adequate
handbescherming aan en draai langzaam het
mes in een stand die meting mogelijk maakt van
de afstand tussen de maairand en het egale
oppervlak waarop de machine staat ( Figuur 59 ).
g014972
Figuur 59
1. Maaidek 3. Mes
2. Asbehuizing
3. Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes
en de vlakke ondergrond ( Figuur 60 ).
g014973
Figuur 60
1. Mes, in meetstand
2. Vlakke ondergrond
3. Gemeten afstand tussen mes en de ondergrond (A)
4. Draai hetzelfde mes 180 graden, zodat de
maairand aan de andere kant nu in dezelfde
stand staat ( Figuur 61 ).
g014974
Figuur 61
1. Mes, eerder gemeten kant
2. Eerder gebruikte meetstand
3. Andere kant van mes die in meetstand wordt gebracht
5. Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes
en de vlakke ondergrond ( Figuur 62 ).
Opmerking: De speling mag niet meer dan
3 mm bedragen.
45