91
9. METING
Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan
33 V ACrms of 70 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van
de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren
of afknelling. Defecte meetdraden mogen niet meer worden gebruikt! Levensge-
vaarlijk!
a) Spanningsmeting DC/AC
Voor het meten van gelijkspanningen (DC) gaat u
als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draai-knop (1) in en kies het
meetbereik „V“. Op het display verschijnt „DC“.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject
(batterij, schakeling, enz.).
- De betreffende polariteit van de meet waarde wordt
samen met de actuele meetwaarde op het display (4)
weergegeven.
Voor wisselspanningsmetingen drukt u op de toets
„MODE“ (3) om naar het AC-bereik om te schakelen. Door nogmaals op de knop te drukken,
wordt weer teruggeschakeld, etc.
Het spanningsbereik „V DC/AC“ geeft een ingangsweerstand van >7,5 MOhm aan. Is
er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een „-“(min)-teken te zien, dan is de gemeten
spanning negatief (of de meetdraden zijn verwisseld).