7  ELEKTRISCHE BEDRADING
! GEVAAR
• De elektriciteitswerken moeten worden uitgevoerd door
bevoegde installateurs. Zo niet, dan kan dit tot elektrische
schokkenofbrandleiden.
• Voer de elektriciteitswerken uit in overeenstemming met de
lokalenormenenmetdeInstallatie-enbedieningshandleiding.
Gebruikeenexclusiefstroomcircuit.Alsudeelektriciteitswerken
nietvollediguitvoertofalshetcircuitnietvoldoendevermogen
heeft,leidtdittotelektrischeschokkenofbrand.
• Installeer een aardlekschakelaar (ELB: 2/40/30 n/A/mA) en
zekeringsautomaat(CB:5A)in de voedingsleiding.Als u deze
niet gebruikt, dan kan dit tot elektrische schokken of brand
leiden.
• Schakeldenetvoedingnaardebinnen-enbuitenunituitvoordat
uaandeelektrischebedradingwerktofeenperiodiekecontrole
uitvoert.Zoniet,dankandittotelektrischeschokkenofbrand
leiden.
• Bescherm de draden, afvoerleiding, elektrische onderdelen
etc.tegenrattenenanderekleinedieren.Anderskunnenratten
onbeschermdeonderdelenbeschadigenenzokaninhetergste
gevalbrandontstaan.
• Selecteer de kabeldiameter, de aardlekschakelaar en de
hoofdschakelaarinovereenstemmingmetderegionalenormen
en met de installatie- en bedieningshandleiding. Gebruik een
exclusiefelektriciteitscircuit.
• Draaideschroevenvastmetdevolgendeaandraaimomenten.
M3.5: 1,2 N-m 
M4: 1,0 tot 1,3 N-m
• Sluitdeaardingvoordebuiten-enbinnenunitsaan,omelektrische
schokkenofongevallentevoorkomen.Deaardweerstandmoet
minderdan1megohmzijn.Deaardingswerkenmoetenworden
uitgevoerddoorbevoegdeinstallateurs.
• Zorgervoordatgeenelektriciteitskabelsgekneldrakenwanneer
udeafdekkapterugmonteert.Ditkannamelijkeenelektrische
schokofbrandveroorzaken.
! LET OP
• Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt 
aangeschaft (hoofdschakelaars, zekeringautomaten, kabels, 
geleidingsaansluitingen en kabelklemmen) overeenkomen met de 
elektrische gegevens vermeld in de technische catalogus. Controleer 
of de onderdelen voldoen aan de National Electrical Code (NEC).
• Controleer of de elektrische weerstand groter dan 1 megohm is door 
de weerstand te meten tussen de aarde en de klem van de elektrische 
onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat eventuele elektrische 
lekken zijn opgespoord en verholpen.
• Sluit de voedingskabel niet aan op de besturingskabel (klemmen A, 
B, 1 en 2 of TB2). Als de voedingskabel toch op deze klemmen wordt 
aangesloten, raakt de PCB beschadigd.
Diameter van voedingskabel Diameter transmissiekabel
EN 60335-1 *1 EN 60335-1 *1
0,75 mm
2
0,75 mm
2
? OPMERKING
• Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het kiezen van kabels.
• De kabeldiameters die in de tabel met *1 gemarkeerd zijn, zijn 
gekozen voor de maximumstroom van de unit volgens de Europese 
norm EN 60335-1. Gebruik kabels die niet lichter zijn dan normaal 
endiemetrubberbekledeexibelekabelszijn(code60245IEC57)
ofnormalemetpolychloropreenbekledeexibelekabelszijn(code
60245IEC57).
• Gebruik een afgeschermd gedraaid kabelpaar als besturingskabel 
tussen de buitenunit en de binnenunit en als besturingskabel tussen 
de binnenunits en als kabel van de afstandsbediening.
  
Harmonischen
Wat betreft IEC 61000-3-2 is de situatie van de harmonischen 
voor elk model als volgt: 
Situatie van de modellen met betrekking tot 
IEC 61000-3-2
Model
Apparatuur conform IEC 61000-3-2 RPI-(1.5-2.0)FSRE
Installatiebeperkingen kunnen van toepassing 
zijn op stroomleveranciers met betrekking tot 
de harmonischen
RPI-(2.5-6.0)FSRE
  
Details van elektrische aansluitingen
1  Gebruik een afgeschermd gedraaid kabelpaar als 
besturingskabel tussen de buitenunit en de binnenunit, 
tussen de binnenunits. Ze worden aangesloten op klemmen 
1 en 2 van de aansluitklemplaten. De totale kabellengte moet 
minder dan 1000m zijn.
2  Gebruikt een afgeschermd gedraaid kabelpaar voor de 
kabel van de afstandsbediening. De totale kabellengte 
moet minder dan 500 m zijn. Als de totale lengte van de 
kabel minder dan 30 m is, kunnen andere kabels worden 
gebruikt (0,3 tot 0,75 mm
2
) indien ze overeenkomen met de 
plaatselijke voorschriften. Het gedraaid kabelpaar van de 
afstandsbediening is aangesloten op de klemmen A en B van 
elke aansluitklemplaat van de binnenunit.
3  Controleer of de communicatiekabel tussen de 
buitenunit en de binnenunits (H-LINK), voldoet aan de 
plaatselijke voorschriften en niet wordt beïnvloed door 
elektromagnetische ruis. Het moet een afgeschermd 
gedraaid kabelpaar zijn (≥0,75mm
2
) met een totale H-LINK 
lengte <1000m.
4  Bedieningskabel: sluit beide uiteinden van het afgeschermd 
afgeschermd gedraaid kabelpaar aan op de aarde, zoals 
aangegeven.
Aarde
Aarde
Afgeschermd gedraaid 
kabelpaar
Draden
Afscherming
5  Afstandsbedieningskabel: Sluit één uiteinde van het 
afgeschermd afgeschermd gedraaid kabelpaar aan op de 
aarde, zoals aangegeven.
Aarde
Afgeschermd gedraaid 
kabelpaar
Draden
Afscherming
ELEKTRISCHE BEDRADING
PMML0528 rev.1 - 02/2021
173
NL