Montage en installatie
40
Toegestane kabeltypen en -lengten
Thermische motoren
Uitwendige kabeldiameter min. 3,5 mm / max. 5,3 mm
Kabellengte max. 400 m
Kerndiameter max. 1,0 mm²
Striplengte 4 mm
Klembereik van de 
aansluitklem
0,07–1,33 mm²; 
flexibele aders
Net- en pompaansluiting 230 V AC
Uitwendige kabeldiameter
min. 8,0 mm / max. 11 mm
Kabellengte
max. 100 m
Kerndiameter max. 1,5 mm²
Striplengte 7 mm
Klembereik van de 
aansluitklem
0,50–2,50 mm²;  
flexibele/massieve 
aansluiting
0,50–1,50 mm²;  
flexibel, met adereindhulsen
Antenneaansluiting
Kabellengte
Max. 30 m
Kerndiameter JE-LiYCY 2 x 2 x 0,5 mm²; 
JE-Y(St)Y Ø 2 x 2 x 0,8 mm; 
2 x 0,5 mm²
Striplengte 5,5 mm
Klembereik van de 
aansluitklem
0,07–1,54 mm²
Verwarmen/koelen, ketelsturing
Kabellengte
Max. 100 m
Kerndiameter JE-LiYCY 2 x 2 x 0,5 mm²; 
JE-Y(St)Y Ø 2 x 2 x 0,8 mm; 
2 x 0,5 mm²
Striplengte 5,5 mm
Klembereik van de 
aansluitklem
0,07–1,54 mm²
Netkabel aansluiten
GEVAAR Levensgevaar door 
elektrische schok!
Niet-afgeschermde 
contacten met netspanning.
 f Controleer dat de 
kabel niet onder 
spanning staat.
  Selecteer een passende kabel voor de 
netaansluiting uit te toegestane kabeltypen.
  Strip de aansluitingen over 7 mm 
(zie uitklappagina Fig. 7).
   Sluit de kabel aan op de aansluitklem 
(zie uitklappagina Fig. 4 (12)).
   Steek de aansluitklem in aansluiting(12) 
(zie uitklappagina Fig. 4). 
  Borg de kabel met de kabelklem.
Bekabeling
Montage Demontage