Nederlands
4
ZENDEN EN ONTVANGEN
Uw portofoon heeft 8 kanalen en 38 ruisbegrenzingscodes. Als u 
de portofoons in een groep wilt gebruiken, moeten alle portofoons 
op hetzelfde kanaal en dezelfde code staan. Als u ruis of storing 
ondervindt en een ander kanaal wilt kiezen, zorg dan ook dat het 
kanaal en de code op alle andere portofoons worden gewijzigd. 
Spreken met andere portofoongebruikers:
1. Houd de portofoon op 5 tot 7 centimeter van de mond.
2. Houd de zendtoets (PTT) ingedrukt en spreek in de microfoon. 
Tijdens het zenden wordt   weergegeven.
3. Laat de zendtoets (PTT) los als u klaar bent. U kunt nu 
inkomende oproepen ontvangen. Tijdens het ontvangen wordt 
 weergegeven
Zendbereik
Uw portofoon is ontworpen voor optimale prestaties en verbeterd 
zendbereik buitenshuis. U wordt aanbevolen de portofoons 
minimaal op 1,5 meter afstand van elkaar te gebruiken om ruis te 
vermijden.
Het zendbereik is afhankelijk van de omgeving. Hoge gebouwen, 
dichte bebossing en gebruik binnenshuis of in voertuigen, heeft 
een negatieve invloed op het zendbereik.
In vlakke, open gebieden bereikt u het beste resultaat, met een 
zendbereik van maximaal 8 kilometer.  In een omgeving met 
gebouwen en bomen bereikt u een gemiddeld resultaat. In 
omgevingen met dichte bebossing en bergen worden de minste 
communicatieresultaten bereikt.
Kanalen uitluisteren
Het behoort tot de goede gedragsregels voor portofoongebruik om 
een kanaal eerst uit te luisteren alvorens te gaan zenden, om te 
controleren dat u geen andere gebruikers op dat kanaal 
onderbreekt.
1. Druk kort op MON en laat de toets weer los om een korte 
controle uit te voeren.   knippert in het display. Als u statische 
ruis hoort, is het kanaal vrij voor gebruik. De sterkte van het 
binnenkomend signaal kan worden beïnvloed als er zich 
obstakels in het pad van het signaal bevinden.
2. Houd MON 2 seconden ingedrukt om constant kanalen uit te 
luisteren.   blijft knipperen in het display. U hoort zowel 
statische ruis als eventuele signalen.
3. Druk op MON om de uitluisterfunctie uit te schakelen.   
verdwijnt nu van het display.
Radiokanaal kiezen
1. Drup op CH/SCAN. Het kanaalnummer begint te knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
kanaalnummer te kiezen.
3. Druk op CH/SCAN om het kanaal in te stellen.
Ruisbegrenzingscode
De ruisbegrenzingscodes geven u een keuze uit codecombinaties 
om ruis en storing tot het minimum te beperken. Voor ieder kanaal 
kan een andere code worden gespecificeerd. Voor ieder kanaal 
1-8 kan een van de codes 00-38 worden geselecteerd. Code 00 
geeft aan dat er geen code is geselecteerd en uw portofoon 
signalen kan ontvangen ongeacht van de codeinstelling op de 
verzendende portofoon.
Opmerking:
 Portofoons met verschillende ruisbegrenzingscodes 
kunnen niet met elkaar communiceren.
1. Drup op SEL/ . Het codenummer begint te knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
codenummer te kiezen.
3. Druk vier keer op SEL/  om de nieuwe code te bevestigen.
Optimaal bereik 
buitenshuis
Middelmatig bereik 
buitenshuis
Minimaal bereik 
buitenshuis
Vlakke, open 
gebieden
Gebouwen of 
bomen. Ook in de 
buurt van 
woonhuizen.
Dichte bebossing of 
bergen. Ook in 
sommige 
gebouwen.