5
Nederlands
Kanaalgeheugen
U kunt maximaal 10 combinaties van kanalen en 
ruisbegrenzingscodes opslaan in het geheugen van uw portofoon.
Kanaalgeheugen gebruiken:
1. Houd de toets MEM twee seconden ingedrukt. Het symbool 
MEM begint te knipperen en het geheugennummer wordt 
weergegeven.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
geheugennummer te kiezen.
3. Druk op SEL/  om het geheugennummer in te stellen. Nu 
begint het kanaalnummer te knipperen.
4. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
kanaalnummer te kiezen.
5. Drup op SEL/ . Het codenummer begint te knipperen.
6. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
codenummer te kiezen.
7. Druk op SEL/  om de instelling te bevestigen.
Een kanaal in het kanaalgeheugen gebruiken:
1. Druk op de toets MEM. Het symbool MEM en het 
geheugennummer worden in het display weergegeven.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om het 
geheugennummer te selecteren.
3. Druk op SEL/  om uw selectie te bevestigen.
Scannen
Met de scanfunctie kunt u op eenvoudige wijze alle 8 kanalen 
scannen. Als de portofoon een actief kanaal detecteert, wordt op 
dat kanaal gestopt totdat het kanaal weer vrij is. Na twee seconden 
gaat de portofoon weer door met scannen. 
1. Houd CH/SCAN ingedrukt totdat SCAN wordt weergegeven 
om de scanfunctie te selecteren. De portofoon bladert door de 
kanalen.
2. Als de scanfunctie wordt geactiveerd wanneer uw code is 
ingesteld op 
0, luistert de portofoon elk kanaal uit, ongeacht 
welke code op dat kanaal wordt gebruikt.
3. Als u de scanfunctie activeert als de code op 
01 tot 38, is 
ingesteld, luistert de portofoon alleen de specifieke 
combinaties van code en kanaal uit die op uw portofoon zijn 
ingesteld.
4. Als activiteit op een kanaal wordt waargenomen, stopt de 
portofoon met scannen en hoort u de zending die is 
waargenomen. Op het display worden het kanaal en de code 
weergegeven waar activiteit is gedetecteerd.
5. Druk op de zendtoets (PTT) terwijl de portofoon op een kanaal 
blijft staan als u op de zending wilt reageren.
6. Druk op SEL/ ,  of houd CH/SCAN twee seconden ingedrukt 
om het scannen te stoppen.
Functie Prioriteitskanaal scannen
Uw portofoon beschikt over een functie voor het scannen van een 
prioriteitskanaal, waarmee u kunt wisselen tussen het scannen 
van het huidige kanaal en een prioriteitskanaal. Als de portofoon 
een actief kanaal detecteert, wordt op dat kanaal gestopt totdat het 
kanaal weer vrij is. De portofoon zal het scannen na een pauze van 
twee seconden hervatten. Als de portofoon tijdens de scan op een 
kanaal stopt, kunt u op dat kanaal gaan zenden door op de 
zendtoets (PTT) te drukken.
Een prioriteitskanaal selecteren:
1. Druk op PRI/ROOM. Het symbool PRI wordt weergegeven en 
het prioriteitskanaal gaat knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
prioriteitskanaalnummer te kiezen.
3. Drup op SEL
/ . De code van het prioriteitskanaal begint te 
knipperen.
4. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager 
codenummer te kiezen.
5. Druk op SEL/  om de scan te beginnen.
6. Druk op PRI/ROOM om het scannen naar een prioriteitskanaal 
te stoppen.
Handsfree gebruik (VOX)
Met VOX kunt u handsfree in de portofoon of daarop aangesloten 
accessoires praten:
Opmerking:
 Bij gebruik van audioaccessoires met uw portofoon,  
dient u het volume laag te zetten voordat u dit 
accessoire op uw hoofd of in uw oor plaatst.