87
STORING ZOEKEN
DEFECT OORZAAK OPLOSSING
De trekker droogt niet perfect. Rubbers trekker versleten. Vervangen.
Trekker verstopt. Reinigen.
Er zit een voorwerp klem in de trekker. Het vreemde voorwerp verwijderen.
Aanzuigslang vrijstaande of verstopt. Steek of Schoonmaken.
Filter 12 en Opvangbak 13 verstopt. Reinigen.
Trekker slecht afgesteld. Afstellen.
Kraan van waterafvoerslang staat open. Goed sluiten.
Aanzuigmotor is verbrand. Vervangen.
Versleten borstels aanzuigmotor. Vervangen.
De reinigingsvloeistof komt niet gelijkmatig op de borstels. Wateraanvoerleidingen op de borstels verstopt. Verstopte leidingen reinigen.
Geen of onvoldoende reinigingsvloeistof naar de bor-
stels.
Wateraanvoerleidingen op de borstels verstopt. Verstopte leidingen reinigen.
De kraan voor vloeistofverdeling gaat niet open. Controleer de kraan.
Voedingsleiding bekneld. herstellen of vervangen.
Gebrek aan water in tank. Watertank vullen.
Reinigingsmiddel fi lter verstopt. Reinigen.
Elektromagnetische klep defecte. Vervangen.
Pomp (optioneel) defecte. Reparatie of vervangen.
De machine maakt niet goed schoon. Borstels sterk versleten. Vervangen.
Detergens niet geschikt. Vervang het type detergens.
Borstels niet geschikt voor het type vloer.
Gebruik een geschikt type van
borstels
.
Te hoge werksnelheid. Vertraag de werksnelheid.
De machine start niet. De contactsleutel 1 fi g.1 is niet ingeschakeld. Sleutel draaien op positie 1.
De batterij is lossing. Controleren of opladen.
Batterijen niet aangesloten. Sluit de batterijen.
Dashboard zekering doorgebrand (F4 - Fig.10).
Belangrijke OPMERKING: ( ! )
Zekeringen doorgebrand (fi g.10).
Belangrijke OPMERKING: ( ! )
Alarmknop ingeschakeld.
Knop uitschakelen en startproce-
dure herhalen (zie GEBRUIK VAN
DE VLOERREINIGER - fi g.3”)
De machine start niet of stopt onverwachts.
De led op dashbord
fl itsen
. zie “LED 3 “ DIAGNOSE -- pag.63”.
Batterijen niet aangesloten.. Sluit de batterijen
De machine gaat niet voor of achteruit. Voortgang schakelaar geactiveerd op startfase. zie “LED 3 “ DIAGNOSE - pag.63”.
Beschadigde motor van aandrijving of versleten borstels . Vervang de motor of borstels.
De aanzuigmotor gaat uit of gaat niet aan. Beschadigde aanzuigmotor of versleten borstels. Vervang de motor of borstels.
Zekering doorgebrand (F3 - Fig.10).
Belangrijke OPMERKING: ( ! )
De machine beweegt zich met moeite. Rem ingeschakeld. De rem ontgrendelen .
De stilstaande machine lekt water. waterverdeler geopend of Aanvoerslang kapot. De waterverdeler geheel sluiten
en de slang vervangen.
Het borstelsysteem wilniet heffen of dalen. Zekering doorgebrand (F2 - Fig.10).
Belangrijke OPMERKING: ( ! )
Actuator krijgt geen spanning. Kontroleer.
(zie ook “DISPLAY 4” - DIAGNOSE
pag.65).
Motor defect. Vervangen.
!
OPMERKING
:
Voordat u de zekering vervangt neem eerst contact op met een bevoegd servicecentrum
De zekeringen bevinden zich in het schakelkastje, nooit zwaardere zekeringen gebruiken:u kunt schade veroorzaken. Als de zekeringen
vaak doorbranden, heeft de machine een defect.