103
DEENFRITESPTNOSVFIDAPLSLSKTR NL
0478 111 9940 A - NL
● Borglip (4) omhoog trekken en 
mulchhulpstuk (1) schuin naar boven 
uit het uitwerpkanaal trekken.
● Uitwerpklep sluiten 
(achteruitwerpmaaier) of 
grasopvangbox vasthaken en 
uitwerpklep sluiten (grasverzamelaar). 
10.4 Hoe moet u mulchen?
Voor het mulchen moet een snijhoogte 4 
tot 7 worden gekozen, omdat deze 
instelling van de snijhoogte de beste voor 
het hakselen van het gras is.
Bij een te lage snijhoogte kan de behuizing 
van de maaier verstopt raken en daarna 
het maaimes blokkeren.
De werksnelheid en snijhoogte moeten bij 
het mulchen zodanig worden gekozen, dat 
het multimes het te maaien gras optimaal 
kan verkorten en dat er een goed 
maairesultaat wordt bereikt.
Bij hoog gras moet er meerdere malen en 
op hogere snijhoogtes worden gewerkt.
Bij te hoog gras en vochtig gras mag deze 
maaier niet worden gebruikt.
11.1 Verbrandingsmotor starten
● Controleer olie- en brandstofpeil. 
(Ö 7.6)
RM 545, RM 545 T, RM 545 V, 
RM 545 VM, RM 545 VR:
● 1 Druk de motorstopbeugel (1) 
naar de duwstang en houd deze vast.
● 2 Trek de startkabel (2) langzaam uit 
tot de compressieweerstand. Trek 
aansluitend krachtig en snel door tot de 
volledige armlengte. Laat de 
startkabel (2) weer langzaam 
teruggaan, opdat deze weer correct 
wordt opgerold.
● Voer deze actie opnieuw uit tot de 
verbrandingsmotor aanslaat.
RM 545 VE:
● Accu controleren:
controleer de laadtoestand en 
laad de accu zo nodig op. (Ö 8.6)
● 1 Plaats de accu (3).
● 2 Druk de motorstopbeugel (1) naar 
de duwstang en houd deze vast.
● 3 Druk de startknop (4) in – maximaal 
5 seconden en laat deze weer los. 
Neem als de verbrandingsmotor niet 
start, 1 minuut pauze vóór de volgende 
startpoging.  Vermijd opnieuw starten 
bij een draaiende verbrandingsmotor.
11.2 Verbrandingsmotor 
uitschakelen
● Laat de motorstopbeugel (1) los 
om de verbrandingsmotor uit te 
schakelen.
De verbrandingsmotor en het maaimes 
komen na een korte uitlooptijd tot 
stilstand.
● RM 545 VE: Als het apparaat zonder 
toezicht is, verwijdert u de accu en 
bewaart u deze gescheiden van het 
apparaat en beveiligd tegen gebruik 
door onbevoegden (bijvoorbeeld door 
kinderen).
11.3 Wielaandrijving 
De grasmaaiers RM 545 T, 
RM 545 V, RM 545 VE, 
RM545VM, RM545VR zijn voorzien van 
een wielaandrijving.
RM 545 T:
Eén aandrijfsnelheid vooruit (transmissie 
met één versnelling)
3,6 km/u
RM 545 V, RM 545 VE, RM 545 VM, 
RM 545 VR:
Onderweg traploos instelbare 
aandrijfsnelheid vooruit (vario-
transmissie)
2,2 km/u – 3,8 km/u
RM 545 VR: 2,4 km/u – 4,0 km/u
Wielaandrijving inschakelen:
● verbrandingsmotor starten. (Ö 11.1)
● Beugel wielaandrijving (1) naar de 
duwstang trekken en houden.
De wielaandrijving schakelt in en de 
grasmaaier zet zich vooruit in 
beweging.
11. Apparaat in gebruik 
nemen
Voorkom schade aan het 
apparaat!
Start de verbrandingsmotor niet in 
hoog gras. Kies bij moeilijk starten 
een hogere instelling snijhoogte.
Na het starten werkt de 
verbrandingsmotor dankzij de vaste 
aandrijfsnelheid steeds met 
optimaal toerental.
18
19
20
21