0478 111 9940 A - NL
94
kortsluiting. Vervoer de accu in de intacte 
originele verpakking of in een geschikte 
niet-metalen transportbak.
4.6 Vóór het werken
Het moet duidelijk zijn, dat er alleen 
personen met het apparaat werken die de 
gebruiksaanwijzing kennen.
Controleer het brandstofsysteem vóór 
ingebruikname van het apparaat op 
lekkage, met name de zichtbare 
onderdelen, zoals bijv. tank, tankdop, 
slangverbindingen. Verbrandingsmotor bij 
lekkage of schade niet starten – 
Brandgevaar!
Apparaat vóór ingebruikname door 
vakhandelaar laten repareren.
Neem de gemeentelijk voorgeschreven 
tijden voor het gebruik van tuinapparatuur 
met verbrandingsmotor of elektromotor in 
acht.
Controleer het complete terrein waarop de 
machine wordt gebruikt en verwijder alle 
stenen, stokken, kabels, botten en andere 
voorwerpen die door de machine omhoog 
kunnen worden geslingerd. Hindernissen 
(bijv. boomstronken, wortels) kunnen in 
het hoge gras eenvoudig over het hoofd 
worden gezien.
Markeer daarom vóór het maaien alle in 
het gazon verborgen vreemde voorwerpen 
(hindernissen) die niet verwijderd kunnen 
worden.
Vóór het gebruik van het apparaat moeten 
alle defecte, versleten en beschadigde 
onderdelen worden vervangen. 
Onleesbare of beschadigde 
waarschuwingsaanwijzingen op het 
apparaat moeten worden vervangen. 
Stickers en alle verdere 
vervangingsonderdelen zijn verkrijgbaar 
bij uw STIHL vakhandelaar.
Voor het gebruik van het apparaat dient 
men te controleren of de bougiestekker 
goed vastzit op de bougie.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt 
als het in goede staat verkeert. Controleer 
vóór elk gebruik:
– of het apparaat volgens de 
voorschriften is gemonteerd.
– of het snijgereedschap en de complete 
snij-eenheid (maaimes, 
bevestigingselementen, 
maaiwerkbehuizing) in onberispelijke 
staat verkeren. Er moet vooral worden 
gecontroleerd op veilige montage, 
beschadigingen (kerven of scheuren) 
alsmede slijtage. (Ö 12.3)
– of de tankdop goed vastgeschroefd is.
– of de tank en de brandstofbevattende 
delen en de tankdop in onberispelijke 
staat verkeren.
– of de veiligheidsvoorzieningen 
(bijvoorbeeld motorstopbeugel, 
uitwerpklep, behuizing, duwstang, 
beschermrooster) in onberispelijke 
staat verkeren en naar behoren 
functioneren.
– of de accu (RM 545 VE) onbeschadigd 
en niet vervormd is.
– of de grasopvangbox onbeschadigd en 
volledig gemonteerd is; een 
beschadigde grasopvangbox mag niet 
worden gebruikt.
– of de olieafsluitschroef er goed op is 
geschroefd.
Voer indien nodig alle noodzakelijke 
werkzaamheden uit of vertrouw deze toe 
aan de vakhandelaar. STIHL beveelt 
hiervoor de STIHL vakhandelaar aan.
4.7 Tijdens het werken
Werk nooit als er zich dieren of 
personen, in het bijzonder 
kinderen, binnen het gevaarlijke 
gebied bevinden.
De schakel- en veiligheidsinrichtingen die 
op het apparaat zijn geïnstalleerd, mogen 
niet worden verwijderd of overbrugd. Zet in 
het bijzonder de motorstopbeugel nooit 
aan de duwstang vast (bijvoorbeeld door 
vastbinden).
Opgelet - kans op letsel!
Houd handen of voeten nooit 
tegen of onder draaiende 
onderdelen. Raak het 
ronddraaiende mes nooit aan. Blijf altijd uit 
de buurt van de uitwerpopening.
Neem steeds de door de duwstang 
bepaalde veiligheidsafstand in acht. De 
duwstang moet steeds goed gemonteerd 
zijn en mag niet veranderd worden. 
Gebruik het apparaat nooit met 
neergeklapte duwstang.
Bevestig nooit voorwerpen aan de 
duwstang (bijv. werkkleding).
Werk alleen bij daglicht of bij goede 
kunstverlichting.
Werk niet met het apparaat bij regen, 
onweer en met name niet bij 
blikseminslaggevaar.
Bij een vochtige ondergrond is er meer 
gevaar voor letsel, omdat de gebruiker 
minder stabiel staat.
Om uitglijden te voorkomen moet er