1 689 989 188 2016-12-20| Robert Bosch GmbH
104 | 1 687 010 398 | Bedieningnl
4.4.3 CRI-testafloop
! Geen beschadigde, en/of sterk gecorrodeerde com-
ponenten testen!
458881-263_Ko
Afb. 19: Principeweergave aansluiting CRI
1 Testaansluiting voor retourhoeveelheid en adapter met terugslagklep
2 Testaansluiting voor injectiehoeveelheid met ingangsfilter
3 Elektrische aansluitbus
4 Injectiekamer
5 CRI
6 Aansluitadapter
7 Hogedrukslang
i Bij externe injectoren de toebehorenset 1687010399
(speciale toebehoren) gebruiken.
i De voorwaarden waarmee bij het testen en instel-
len van CRI/CRIN rekening moet worden gehouden,
staan vermeld in de testhandleiding voor CRI/CRIN in
ESI[tronic]2.0. Deze testhandleidingen maken geen
deel uit van de leveringsomvang. ESI[tronic]2.0 kan
niet op de EPS 200 worden geïnstalleerd.
! Om verdraaiing en vroegtijdige slijtage te voorkomen,
de hogedrukslang niet direct op de CRIN aansluiten.
4. Hogedrukslang met aansluitadapter (Afb.18,
Pos.6,8) op CRIN aansluiten.
! De aansluitadapter moet met een aanhaalmoment
van 25 Nm tot 30 Nm worden aangehaald. Wan-
neer de verbinding tussen aansluitadapter en CRIN
ondicht is, mag de schroefverbinding niet steviger
worden aangehaald. Bij ondichtheid de verbinding
weer openen, het afdichtvlak reinigen en de aan-
sluitadapter opnieuw met het juiste aanhaalmoment
aansluiten.
5. Adapter met terugslagklep bij Bosch CRIN in de
"Testaansluiting voor retourhoeveelheid" (afb.18,
pos. 1) aansluiten.
! Bij CRIN van externe leveranciers moet de adapter
met terugslagklep niet worden gebruikt.
6. Slangleiding 1 680 712 360 op de retour van Bosch
CRIN (afb. 18, pos. 4) en op de adapter met terug-
slagklep of bij CRIN van externe leveranciers op
"Testaansluiting voor retourhoeveelheid" (afb. 18,
pos. 1) van de EPS 200 aansluiten.
7. Adapterkabel (1684465843) op CRIN en de "elek-
trische aansluitbus" (Afb.18, Pos.3) aansluiten.
! Adapterkabel zodanig installeren dat deze de hete
slangleidingen niet aanraakt.
8. Ingangsfilter in de "testaansluiting voor de injectie-
hoeveelheid" steken (Afb.18, Pos.2).
9. Sluit de beschermkap.
10. Test uitvoeren.
i Na de "Leak test"wordt de injectiekamer op
de component gemonteerd en de slangleiding
1 680 712 362 aan de snelkoppeling van de injectie-
kamer (afb. 18, pos. 5) en via de ingangsfilter op de
"Testaansluiting voor injectiehoeveelheid" (Afb.18,
Pos.2) aangesloten.
i De test van de CRIN is in de online-help beschreven.