57
NEDERLANDS
a. Draai de schroeven
51
die het railsysteem bij het frame vasthouden, ietslosser.
b. Verplaats de railhandmatig.
c. Terwijl de winkelhoek tegen de langsgeleiding is geplaatst, dient nogmaals
gecontroleerd te worden of het zaagblad parallel aan de winkelhaak. Aanpassen
indiennodig.
d. Draai de schroeven
51
aan.
Controle op de haaksheid van de doorslijpschijf t.o.v. de tafel
(Afb. I1 – I3)
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek los
12
.
2. Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de knop voor het
afstellen van de afschuinhoekvast.
3. Verlaag de arm om het zaagblad in de laagste stand in testellen.
4. Verplaats de tafel zodat deze onder het zaagbladstaat.
5. Plaats een winkelhaak
50
op de tafel en tegen het zaagblad, zoals weergegeven op
deafbeelding.
6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
a. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
12
los en draai de schroef
52
van de stop voor de aanpassing van de verticale positie in of uit tot het zaagblad in een
hoek van 90° staat ten opzichte van de tafel, gemeten met behulp van dewinkelhaak.
b. Als de aanwijzer van de afschuinhoek
53
op de schaalverdeling
54
niet op nul staat,
draai dan de schroef
55
los waarmee de schaalverdeling vaststaat en verplaatsdeze.
Controleren en instellen van de afschuinhoek (Afb. I3, J)
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
12
los en verplaats de zaagkop naar
links. Dit is de positie voor de afschuinhoek van 45°.
2. Het afstellen geschiedt als volgt:
a. Draai de stopschroef
56
naar binnen of buiten totdat de wijzer
53
45°aanwijst.
Het maken van een zaagsleuf (Afb. K)
De markering
57
helpt het pad van de doorslijpschijf telokaliseren.
1. Schakel de machine in en wacht tot de schijf op volle snelheidis.
2. Duw de tafel volledig door de doorslijpschijf om een zaagsleuf in het wiel
58
temaken.
3. Schakel de machineuit.
4. Indien de sleuf versleten is, kan een nieuwe wordengemaakt.
a. Draai de borgschroef los
59
.
b. Draai het wiel
58
zodat een ongebruikt oppervlak bloot komt teliggen.
c. Draai de borgschroef vast
59
.
d. Maak een nieuwe zaagsleuf zoals hierbovenbeschreven.
Vergrendelen van de schuiftafel (Afb. B2, L)
De tafel kan worden vergrendeld in de volgende posities:
- Voorste positie (doorslijpschijf is vrij toegankelijk)
60
.
- Invalpositie (doorslijpschijf is boven het middel van de tafel)
61
.
- Uitvoerpositie (doorslijpschijf is ter hoogte van de parallelgeleider)
62
.
1. Beweeg de tafel
4
naar de gewenstepositie.
2. Vergrendel de tafel door de penvergrendeling
22
te draaien e
n het in de opening in de rail
teduwen.
De watermondstukken aanpassen (Afb. A, M)
De watermondstukken
7
zijn instelbaar om de noodzakelijke toevoer van koelwater tebieden.
• Stel het neusstuk in door de hendel
63
in de gewenste positie tebewegen.
- Maximum capaciteit (neusstukken volledig ingetrokken)
64
.
- Minimale besproeiing (neusstukken op een lijn met de doorslijpschijf)
65
.
- Uit-stand om de besproeiing tussen zaagsnedes door en tijdens het verwisselen van
de doorslijpschijf
66
op teheffen.
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet
te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het
werkstuk geschikt is voor dezemachine.
WAARSCHUWING:
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldendevoorschriften.
• Controleer of de machine stevig staatopgesteld.
• Controleer of het werkstuk goed isondersteund.
• Zorg ervoor dat de doorslijpschijf niet in aanraking met het werkstuk komt voordat de
machine wordtingeschakeld.
• Laat de motor voor het zagen op volle snelheidkomen.
• Oefen slechts een lichte druk op de machine uit. Oefen tijdens het zagen geen
overdreven trekkracht uit op hetmotorblok.
• Houd uw handen uit de buurt van de doorslijpschijf. Plaats uw handen niet in het
gemarkeerde gebied zoals afgebeeld in Afb.N.
Voor gebruik
• Plaats de zaag op een horizontaal, stabiel, anti-slipoppervlak.
• Plaats het juistezaagblad.
• Controleer dat alle vergrendelknoppen en klemhendelsvastzitten.
• Vul het waterbassin met een voldoende hoeveelheid water zodat de waterpomp volledig
ondergedompeld kanworden.
• Uitsluitend schoon water gebruiken. Gebruik geen enkele anderevloeistof.
In- en uitschakelen (Afb. O)
• U schakelt de machine in door de aan-uitschakelaar
1
in de stand I tezetten.
• U schakelt de machine uit door de aan-uitschakelaar
1
in de stand 0 tezetten.
De bedrading van de draagbare reststroomschakelaar (PRCD) is opgenomen in de netkabel
die de geen-spanning vrijgaveschakelaar en de motoroverbelastingsbescherming met
handmatige reset bevat. Ga bij het uitvallen van de stroomvoorziening als volgt te werk:
• Controleer of de aan/uit-schakelaar
1
in de uit-standstaat.
• Druk op de reset-knop op dereststroomschakelaar.
Vergrendelen van de schakelaar
• Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, vergrendelt u de schakelaar met
behulp van eenhangslot.
Basis zaagsneden
Algemene bediening
• Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u de machine“aanvoelt”.
• Voer altijd een test uit (met uitgeschakelde machine) om de baan van de schijf te kunnen
volgen: zo bereikt u zuiverezaagsneden.
Verticale rechte afkortsnede (Afb.P)
1. Stel de afschuinhoek in op 0°.
2. Verlaag de arm om het zaagblad in een geschikte stand in testellen.
3. Leg het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider, met de bewerkte kant boven. Breng
de markering op het werkstuk op een lijn met de markering van dezaagsleuf.
4. Houd de handen uit de weg van dedoorslijpschijf.
5. Schakel de machine in en laat de doorslijpschijf op volle snelheid komen. Wacht totdat de
doorslijpschijf volledig door water wordtbedekt.
6. Voer het werkstuk langzaam in de doorslijpschijf en houd het stevig aangedrukt tegen de
geleider. Niet forceren. De snelheid van de doorslijpschijf moet constantblijven.
7. Schakel na het zagen de machine uit, laat de doorslijpschijf tot stilstand komen en
verwijder hetwerkstuk.
Zagen met afschuining (Afb.Q)
Afschuinhoeken kunnen ingesteld worden op 22,5° en 45°.
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
12
los en stel de afschuinhoekin.
2. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek goedvast.
3. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaalzagen.
Diagonale snede (Afb. A1, R1, R2)
De hoekgeleiding
5
maakt het zagen van hoeken op 45°mogelijk.
1. Plaats de hoekgeleiding
5
met de montagebeugel
67
over delangsgeleiding.
2. Draai de hoekgeleiding
5
in de positie voor de gewenste toepassing:
- Draai de hoekgeleiding naar rechts voor het zagen van kleine stukjes van grotetegels.
- Draai de hoekgeleiding naar links voor elke anderetoepassing.
3. Stel de hoekgeleiding in de de gewensteafstand.
4. Zet de knop
68
vast om de geleiding op de juiste plaats tevergrendelen.
5. Verder werkt u als bij de rechte verticaleafkortzaagsnede.
Invallende zaagsnede (Afb.S)
Een invallende zaagsnede wordt gebruikt om het midden van een tegel te verwijderen,
bijvoorbeeld voor elektriciteitspunten, afvoerpijpen, endergelijke.
1. Markeer het te zagen gebied aan beide zijden van detegel.
2. Plaats de geschikte maatdoorslijpschijf.
3. Pas de zaagdiepte aan zodat de doorslijpschijf slechts halverwege door het werkstuk
heengaat.
4. Leg het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider, met de bewerkte kant boven.
Breng de markering op het werkstuk op een lijn met de markering van dezaagsleuf.
5. Schakel de machine in en laat de doorslijpschijf op volle snelheid komen. Wacht totdat de
doorslijpschijf volledig door water wordtbedekt.
6. Beweeg de tafel totdat de markering op het werkstuk zich onder de schijfbevindt.
7. Breng de arm omlaag om de doorslijpschijf in het werkstuk te voeren. Zaag niet voorbij de
markering. Vergrendel de arm in de hoogste positie zodra de markering isingezaagd.
8. Herhaal dit voor de anderemarkeringen.
9. Draai het werkstuk ondersteboven. Ga verder zoals hierboven beschreven zodat de
tweede zaagsnedes de eersteraken.
10. Schakel na het zagen de machine uit, laat de doorslijpschijf tot stilstand komen en
verwijder hetwerkstuk.
Groeven maken (Afb.T)
Een groef wordt in de tegel gemaakt om bijvoorbeeld ruimte te maken voor
verborgenbedrading.