V O O R Z I C H T I G
Om schade aan het instrument te voorkomen, zal het nodig zijn de bovenstaande procedure omgekeerd uit te
voeren (dus de aansluiting UIT te schakelen) voordat het in de toekomst wordt getransporteerd.
Schakelaars en aansluitingen van het instrument
In de volgende afbeeldingen worden de zijkanten van het instrument getoond met de bijbehorende
functies:
Afbeelding 1 Overzicht linkerkant
1 Handvat 4 USB-aansluiting
2 AAN/UIT-knop van het instrument 5 Externe voedingsaansluiting
3 RS-232-aansluiting 6 Kaartidentificatiesysteem (nog niet beschikbare
optie)
Afbeelding 2 Overzicht rechterkant
1 Monsterstroomregelventiel 2 Monsterstroomventiel met inlaat- en
uitlaataansluitingen (de monsterinlaat bevindt zich
aan de bovenzijde van het ventiel en de uitlaat aan
de onderzijde).
Monsterstroomventiel
Het monsterstroomventiel heeft drie posities:
• ZUIVEREN bemonsteringslijn
• Monsterstroom AAN
• Monsterstroom UIT
Positie ZUIVEREN wordt gebruikt om de bemonsteringslijn vrij te maken van de opbouw van
luchtbellen. Voor een grondige reiniging wordt het aanbevolen het ventiel gedurende 5 seconden in
deze stand te houden. Tijdens deze bewerking stroomt het monster direct van de inlaat- naar de
uitlaatslang. Alle metingen worden gedurende deze tijd opgeschort omdat het monster niet in contact
komt met de sensor.
Nederlands
163