www.scheppach.com
90
|
NL
9.4 Werken met de parallelaanslag
9.4.1 Instellen van de aanslaghoogte (afb. 15 - 16)
- De aanslagrail (27) van de parallelaanslag (15) heeft
twee in hoogte verschillende geleidingsvlakken.
-
moet de aanslagrail (27) volgens afb. 16 voor dik
materiaal (met een dikte van meer dan 25 mm van
het werkstuk) en volgens afb. 15 voor dunner mate-
riaal (met een dikte van minder dan 25 mm van het
werkstuk) worden gebruikt.
9.4.2 Aanslagrail draaien (afb. 15 - 16)
- Draai de vleugelmoeren (28) eerst iets losser om de
aanslagrail (27) te kunnen draaien.
- Nu kan de aanslagrail (27) van de geleidingsrail (29)
weer hier overheen worden geschoven.
- Draai de vleugelmoeren (28) weer aan.
- De aanslagrail (27) kan naar wens links of rechts van
de geleidingsrail (29) worden aangebracht. Monteer
hiervoor alleen de schroeven van de andere kant
van de geleidingsrail (29).
9.4.3 Instellen van de zaagbreedte (afb. 17)
-
parallelaanslag (15) worden gebruikt.
-
het zaagblad (3) te worden gemonteerd.
- Plaats de parallelaanslag (15) van boven op de ge-
leidingsrail voor de parallelaanslag (14).
-
twee schaalverdelingen aangebracht, die de afstand
tussen de parallelaanslag (15) en het zaagblad (3)
aangeven.
-
de bewerking van dik of dun materiaal is gedraaid,
de passende schaalverdeling;
hoge aanslagrail (dik materiaal):
lage aanslagrail (dun materiaal):
- Parallelaanslag (15) op de gewenste maat op het
-
laanslag (30) vastzetten.
- -
laanslag op, dat de parallelaanslag parallel aan het
9.5 Dwarsaanslag (afb. 18)
- De dwarsaanslag (13) in een groef (31a/31b)) van de
zaagtafel schuiven.
- De klemschroef (32) losser draaien.
8. Het nieuwe zaagblad in omgekeerde volgorde
weer plaatsen en vastdraaien.
Let op! Let op de looprichting, de schuine sne-
den van de tanden moet in de looprichting, of-
tewel naar voren zijn gericht.
9. De tafelinleg (2) evenals de zaagbladbescherming
(4) opnieuw monteren en instellen (zie 8.4 en 8.5)
10. Voordat u weer met de zaag gaat werken, moet de
werking van de veiligheidsvoorzieningen worden
gecontroleerd.
11. Controleer de zaagbladbescherming (4) na de
montage op de correcte werking. Til de zaagblad-
bescherming op en laat deze los. De zaagbladbe-
scherming moet zelfstandig terugkeren naar de
uitgangspositie.
9. Bediening
9.1 AAN/UIT-schakelaar (afb. 14)
- De zaag kan worden aangezet door de groene toets
“I“ (11) in te drukken. Wacht met het zagen tot het
- De zaag wordt terug afgezet door de rode toets “0”
(11) in te drukken.
9.2 Snijdiepte (afb. 14)
afgesteld door het handwiel (12) te draaien.
-
-
Controleer de instelling op basis van een steekproef
cut.
9.3 Hoekafstelling (afb. 14)
Met zag de tafel verstekzagen kan worden gemaakt om
de stop bar aan de linkerkant van 0 ° -45 °.
m Controleer voor elk gesneden dat er tussen de aan-
slagrail (27), transversale gauge (7) en het zaagblad
- Vastzetgreep (13) losdraaien
- Door indrukken en draaien van het handwiel (12) de
gewenste hoekgraad van de schaalverdeling instel-
len.
- Vastzetgreep (13) in de gewenste hoekpositie ver-
grendelen.