EasyManua.ls Logo

Tylo Home 3/6/9 kW - Leidingen Installeren; Aansluiting Voor Water; Stoomleiding

Tylo Home 3/6/9 kW
114 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
85
Dient te worden uitgevoerd door een erkende
loodgieter.
Leidingen installeren
Afb. 6 Stoomgenerator van het type Home
Afb. 7 Stoomgenerator van het type Commercial
Afb. 8
A= Verbinding
B= Borgmoer
C= Stoomuitgang
D= Afvoerverbinding (veiligheidsklep)
E= Waterverbinding met ingebouwd vuilfi lter
F= Afvoerverbinding (door motor aangedreven klep)
A= Verbinding
B= Borgmoer
C= Stoomuitgang
D= Afvoerverbinding (veiligheidsklep)
E= Waterverbinding met ingebouwd vuilfi lter
F= Afvoerverbinding (door motor aangedreven klep)
Aansluiting voor water
Sluit de voorziening van koud water aan op aansluiting 1 (Afb.
6,7) op de stoomgenerator. De inkomende waterdruk moet tussen
min. 0,2 en max. 10 bar (min. 20 kPa en max. 1000 kPa) liggen.
Om kloppende geluiden van de leiding te voorkomen, moet de
waterverbinding tussen de koperen leiding (binnendiameter min.
12 mm) en de stoomgenerator bestaan uit ongeveer 1 meter
gepantserde rubberen slang.
Belangrijk! Voordat de verbinding van het inkomende
water met de stoomgenerator tot stand wordt gebracht, moet het
leidingsysteem worden schoongespoeld!
Schoonspoelen voorkomt dat metaaldeeltjes en andere vreemde
voorwerpen het stoomgeneratorsysteem binnenkomen vanuit de
leidingen.
Vergeet ook niet de bijbehorende terugslagklep aan te brengen in
de verbinding voor het inkomende water
Let op:
In gebieden met hard water, met een hardheid van meer dan
4° dH, moet een waterontharder of een 'Tylö-ontkalker' worden
geïnstalleerd (Tylö artikelnr.: 9090 8025). De waterontharder mag
geen schuim of schadelijke chemicaliën produceren.
Stoomleiding
Sluit de connector, met de borgmoer bovenaan, aan op
stoomuitgang 2 (Afb. 6,7) op de stoomgenerator. Sluit een
koperen leiding met een binnendiameter van ten minste 18 mm
aan op de stoomuitgang van de connector (C). De stoomleiding
mag geleidelijk omlaag lopen in de richting van de stoomcabine
of van de stoomgenerator. De stoomleiding kan ook geleidelijk
omlaag lopend in de richting van zowel de stoomcabine als de
stoomgenerator worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK!
De stoomleiding tussen de stoomgenerator en de stoomcabine
mag geen waterverzakkingen bevatten waarin condenswater zich
kan ophopen.

Table of Contents

Related product manuals