c) De batterijen installeren en vervangen
Het apparaat werkt op drie 1,5 V microbatterijen (i.e. AAA of LR03). Voor ingebruikname of
wanneer het batterij vervangen-symbool in het display verschijnt, installeer nieuwe, volle
batterijen.
Het batterij vervangen-symbool heeft verschillende displayniveaus, zie onderstaande tabel:
Symbool Batterijspanning Resultaat Toets
> 4,2 V OK Batterijspanning is voldoende
4,2 - 3,9 V OK Batterijspanning is voldoende
3,9 - 3,6 V OK Batterijspanning is voldoende voor de me-
ting. Vervang de batterijen zo snel mogelijk
<3,6 V NOK Vervang de batterijen onmiddellijk om
meetfouten te vermijden
Voer volgende procedure uit om de batterijen te installeren of te vervangen:
- Ontkoppel de meetkabels van de te meten stroomkring
en de meter. Schakel de DMM uit.
- Draai de schroef achteraan het apparaat los met behulp
van een kruiskopschroevendraaier. Verwijder het dek-
sel van het batterijvak.
- Vervang de gebruikte batterijen door dezelfde nieuwe
batterijen. Plaats de nieuwe batterijen op een juiste ma-
nier in het batterijvak (12). Houd rekening met de juiste
polariteit, zoals aangegeven in het batterijvak.
- Maak het deksel opnieuw op het apparaat vast.
145