Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC130-1 COM (5) mA/Ω (7)
VC150-1 COM (5) mA/Ω (7)
VC170-1 COM (5) V/Ω (8)
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
- Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
- Druk op de toets „SELECT“ (3) om bij de VC170-1 de functie van de akoestische doorgangstester te activeren.
Door nogmaals op de toets te drukken, wordt naar de volgende meetfunctie (diodetest) geschakeld, enz.
- Als geleidend wordt een meetwaarde ca. < 10 ohm herkend, en er wordt een continu geluidssignaal hoorbaar.
- Zodra het symbool voor „Overloop“ op het scherm verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden of is het meet-
circuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in
de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “NCV”.
- Controleer deze functie vooral op een bekende AC-spanningsbron.
- Breng het meetapparaat met het sensorvlak (1) op een afstand van max. 10 mm voor de te controleren plaats. Bij
getwiste leidingen is het aan te raden, de kabel over een lengte van ca. 20 –30 cm te controleren.
- Bij spanningsherkenning weerklinkt een akoestisch signaal. Het scherm is hiervoor niet nodig en toont geen
gedenieerde waarden.
- Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp.
schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Omwille van de gevoeligheid kunnen bij het aanraken ook statische velden worden aangegeven. Dit is
normaal en heeft geen invloed op het testresultaat.