266
PMML0140A rev.1 - 07/2009
PROEFDRAAIEN
15.1. PROCEDURE VOOR PROEFDRAAIEN VAN DE AFSTANDSBEDIENINGSSCHAKELAAR
Zet de voedingsbron voor de binnen- en RASC-units AAN
Stel de modus TEST RUN in met de afstandsbedieningsschakelaar.
Houd de knoppen “MODE” en “ OK" langer dan 3 seconden tegelijk ingedrukt.
a) Als de “TEST RUN” en het aantal aangesloten units op de
afstandsbedieningsschakelaar (bijvoorbeeld “”) worden weergegeven op de
afstandsbedieningsschakelaar, is de aansluiting van de afstandsbedieningskabel
correct.→Ga naar
b) Als er niets wordt weergegeven of als het aantal units dat wordt aangegeven
minder is dan het werkelijke aantal units, klopt er iets niet.→Ga naar
Indicatie schakelaar
voor de externe
bediening
Mogelijke fouten Controlepunten nadat de voeding UIT is
Geen
De voedingsbron van de RASC-unit is niet
-
ingeschakeld.
De afstandsbedieningskabel is niet correct -
aangesloten.
1. Aansluitingspunten van de terminalkaart van de afstandsbedieningskabel van de
afstandsbedieningsschakelaar en binnenunit.
2 Contact van de terminals van de kabel voor de externe bediening.
De aansluitingsdraden van het netsnoer zijn niet goed
-
of zitten los.
3. Aansluitingsvolgorde van elke terminalkaart.
4 Schroefbevestiging van elke terminalkaart.
Aantal aangesloten
units is niet correct
De voedingsbron van de RASC-unit is niet
-
ingeschakeld.
De bedieningskabel tussen de binnenunit en de
-
RASC-unit is niet aangesloten.
De verbinding van de bedieningskabels tussen de
-
binnenunits is niet juist. (Wanneer één schakelaar
voor externe bediening wordt gebruikt voor de
regeling van meerdere units).
5. Instelling van dip-schakelaar op printplaat
6. Aansluiten op de PCB-printplaat
7. Dit is gelijk aan item
1, 2 en 3.
Terug naar
na controle
Selecteer TEST RUNNING MODE door op de schakelaar "MODE" (COOL of HEAT) te drukken.
Druk op de schakelaar RUN/STOP.
a De actie "TEST RUN" wordt gestart. (De OFF-TIMER van 2 uur wordt ingesteld en het proefdraaien wordt beëindigd nadat de unit twee uur in bedrijf is geweest, of wanneer u
nogmaals op de schakelaar "RUN/STOP" drukt).
OPMERKING:
tijdens het proefdraaien wordt geen rekening gehouden met de temperatuurlimiet en de omgevingstemperatuur tijdens het verwarmen, zodat de procedure ononderbroken
kan worden afgewerkt; de beveiligingen blijven echter intact. Daarom kan de beveiliging in werking worden gezet tijdens het proefdraaien van de verwarming in een hoge
omgevingstemperatuur.
b De werkingstijd van het proefdraaien kan worden gewijzigd / verhoogd door op de tijdschakelaar op de afstandsbediening te drukkenb Als de unit niet wordt gestart of het
bedrijfslampje op de schakelaar voor externe bediening knippert, klopt er iets niet. →Ga naar
Indicatie
voor de
afstandsbedieningsschakelaar
Toestand van de unit Mogelijke fouten Controlepunten nadat de voeding UIT is
Het bedrijfslampje knippert.
(1 keer/sec). Bovendien
knippert het unitnr. en
knippert alarmcode '03'.
De unit wordt niet gestart.
De voedingsbron van de RASC-unit
is niet ingeschakeld.
De aansluitkabels van de
bedieningskabel zijn niet correct of
zijn losgeraakt.
1. Aansluitingsvolgorde van elke terminalkaart.
2. Schroefbevestiging van elke terminalkaart.
OPMERKING:
de herstelmethode "FUSE" voor het bedrijfscircuit.
Er is een zekering ("FUSE4" op de binnenunit
PCB1, EF1 op de RASC-unit PCB1) ter besch-
erming van het bedrijfscircuit op de PCB-printp-
laat, wanneer de netsnoeren zijn aangesloten op
de bedieningskabels. In geval van een gesmolten
zekering kan het bedrijfscircuit eenmaal worden
hersteld wanneer de dip-schakelaar op de PCB-
printplaat wordt ingesteld zoals aangegeven in
Het bedrijfslampje knippert.
(1 maal/2 sec.)
De unit wordt niet gestart.
De kabel van de afstandsbediening
is gesloten.
Slechte contacten bij aansluitingen.
De afstandsbedieningskabel is niet
correct aangesloten
Dit is gelijk aan item
1 en 2
Indicatie van het
knipperen wijkt af van het
bovenstaande
De unit wordt niet gestart of start eenmaal en
stopt weer.
De verbinding van de thermistor
of andere aansluitingen is niet
correct. De beveiliging of een ander
onderdeel wordt uitgeschakeld.
Controleer deze storing aan de hand van de tabel met
afwijkingen in de technische catalogus (laat dit doen
door onderhoudstechnici).
Het bedrijfslampje knippert.
(1 keer/1 sec)
Unit nr. , Alarmcode
en Unitcode E knipperen
De unit wordt niet gestart.
De kabel van de externe bediening
tussen de binnenunits is niet correct
aangesloten.
Controleer deze storing aan de hand van de tabel met
afwijkingen in de technische catalogus (laat dit doen
door onderhoudstechnici).
Terug naar
na controle
Instructies voor herstel indien de zekering van het transmissiecircuit is doorgebrand:
1. Zorg dat de bedrading naar de terminalkaart in orde is.
2. Pas het hiernaast aangegeven proces toe.
Binnen PCB DSW7
schakelaar op de eerste pen
Aantal
aangesloten
units
Bedrijfslampje