111
NL
7.1 Stoommanden gebruiken
Naar behoefte kunnen 1, 2 of alle 3 stoom-
manden4 worden gebruikt.
De stoommanden
4
hebben een verschillende
grootte en nummer. Het betreffende nummer
staat op de handgreep van de stoommand.
Om te stoomkoken wordt altijd eerst de
stoommand met nummer 1 erop gezet, daar-
op nummer 2 en tot slot nummer 3.
Bij het opbergen is de volgorde precies om-
gekeerd; dan passen de stoommanden4
ruimtebesparend in elkaar.
7.2 Eieren koken
De stoomkoker is ook geschikt als eierkoker.
Daarvoor bevinden zich in de bodem van
elke stoommand4 6 holtes waarin de eie-
ren kunnen worden gezet.
Wanneer u alle 3 stoommanden4 gebruikt,
kunnen zo maximaal 18 eieren tegelijkertijd
worden gekookt. Let er daarbij op dat de ei-
eren in de onderste stoommand iets sneller
klaar zijn dan de eieren in de stoommanden
erboven.
7.3 Rijst en vloeistoffen
koken
In de meegeleverde rijstschaal3 kunnen
sauzen of andere vloeistoffen, fruit en rijst
worden verwarmd en gekookt.
1. Doe de rijst en de passende hoeveel-
heid water met een snufje zout in de
rijstschaal3.
2. Zet de rijstschaal3 in een willekeurige
stoommand4.
AANWIJZING: wanneer u meerdere
stoommanden gebruikt, moet de rijst-
schaal3 in de bovenste stoommand worden
gezet, zodat er niets in de rijstschaal kan
druppelen.
3. Roer de rijst af en toe om.
7.4 Menu's bereiden
Wanneer u een heel menu klaarmaakt en
daarom meerdere stoommanden boven el-
kaar gebruikt, let dan op het volgende:
• Het voedsel met het grootste gewicht
moet zo veel mogelijk in de onderste
stoommand worden bereid.
• Omdat de stoomwerking in de onder-
ste stoommand het sterkst is en naar
boven toe iets minder wordt, is de
kooktijd in de bovenste manden enkele
minuten langer. Neem daarom “Gaar-
punt controleren” op pagina 109 in
acht.
• Roer of keer het voedsel af en toe om
met een lange pollepel.
1. Vul stoommand 1 met de levensmidde-
len die de langste kooktijd nodig heb-
ben.
Uitzondering: Vlees en vis moeten al-
tijd in de onderste stoommand worden
bereid, om te voorkomen dat omlaag-
druppelend vleesnat in andere levens-
middelen terechtkomt.
2. Zet deze stoommand in de stoomkoker
en begin met het stoomkoken (zie
“Stoomkoken” op pagina 109).
3. Vul stoommand 2 met de levensmidde-
len die de middelste kooktijd nodig
hebben.
4. Open voorzichtig het deksel2 door dit
van achteren eerst iets op te tillen, zo-
dat de stoom van u vandaan kan ont-
snappen.
5. Haal het deksel2 er helemaal af.
6. Zet stoommand 2 op stoommand 1 en
sluit het deksel2 weer.
7. Vul stoommand 3 met de levensmiddelen
die de kortste kooktijd nodig hebben.
8. Ga verder zoals eerder met
stoommand 2.
BB&3(B%ERRN6HLWH'RQQHUVWDJ$XJXVW