EasyManua.ls Logo

Carrier CCU - 10 Sensoren

Carrier CCU
232 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
9 - REGELING
Getrapt voor indicatie dat de ondergrenswaarde voor de temperatuur is overschreden. Afhankelijk van de strikt proportionele
samenstelling van de eenheid, kan een verschil blijven bestaan tussen het setpoint en de meetwaarde, zelfs met alle elementen
ingesteld op 0.
- Bedrijf in vrije koelingsmodus
W (gekoeld water) eenheden
• Temperatuursensor retourlucht: traploos bedrijf van gemotoriseerde kleppensecties en aansluitend de driewegklep.
• Temperatuursensor luchttoevoer: begrenzing van de driewegklep en aansluitend de verse lucht klep.
X (directe expansie) eenheden
• Retourtemperatuursensor: traploos bedrijf van de luchtkleppen (condensing-unit uit).
• Toevoerluchttemperatuursensor: verse lucht klep grenswaarde
Regeling van de "doel" relatieve vochtigheid
Deze is proportioneel of proportioneel integrerend.
- Regeling in ontvochtigingsbedrijf
De master-regeling wordt verhoogd wanneer de relatieve vochtigheid tot boven het setpoint toeneemt. Deze waarde wordt
samengesteld conform de parameterinstellingen (parameters type eenheid) en is:
• Getrapt voor regeling condensing-unit.
• Traploos voor regeling koudwaterklep.
• Getrapt voor indicatie dat de bovengrenswaarde voor de relatieve vochtigheid is overschreden.
Afhankelijk van de strikt proportionele samenstelling van de eenheid, kan een verschil blijven bestaan tussen het setpoint en de meetwaarde,
zelfs met alle elementen ingesteld op 0.
Deze regeling wordt begrensd door de onderste verschuiving van de doeltemperatuur.
OPMERKING: Wanneer de koel- en ontvochtingsregelingen dezelfde component aansturen, geldt de grootste waarde.
- Bevochtigingsregeling
De master-regeling wordt verhoogd wanneer de relatieve vochtigheid tot onder het setpoint afneemt.
Deze waarde wordt samengesteld conform de parameterinstellingen (parameters type eenheid) en is:
• Traploos voor de bevochtigerregeling.
• Getrapt voor indicatie dat de ondergrenswaarde voor de relatieve vochtigheid is overschreden.
Afhankelijk van de strikt proportionele samenstelling van de eenheid, kan een verschil blijven bestaan tussen het setpoint en de
meetwaarde, zelfs met alle elementen ingesteld op 0.
10 - SENSOREN
Sensorspecicaties:
NTC-temperatuursensor
- Meetbereik: -40 tot 99,9 °C
- Tolerantie: ± 0,2 °C van 0 tot 70 °C
- Thermistor: NTC 10 k bij 25 °C referentie 10K3A1
- Instelling van de geregelde en buitentemperatuursensoren van -5 tot +5 °C (gereserveerd voor toegangsniveau fabrikant)
Voorbeeld van instelling op geregelde temperatuur:
1. Uitleesparameters (submenu 3.3) ENTER
2. Cursor tegenover parameter P255 geregelde temperatuur ENTER
3. Wijzig de instelling (-5 tot 5 °C)
4. Bevestig met de ENTER-toets
- Terugmelding geen verbinding, kabelbreuk of kortsluiting
De storing wordt weergegeven. Het stopt de betreffende bedieningen en regelaars
Zo kan bijvoorbeeld de storing "buitensensor" de vrije koelingregeling stoppen.
De ophefng is automatisch.
2-10 V temperatuursensor
- Meetbereik: -40 tot 100 °C
- Aanvangswaarde instelbaar op 2 V: van -40 tot 99,9 °C
- Eindwaarde instelbaar op 10 V: van -40 tot 99,9 °C
- Lineaire schaalverdeling tussen 2 en 10 V
- Sensorstoring wordt gesignaleerd met een meetwaarde < 1,5 V
De storing wordt getoond en de regeling schakelt naar de geregelde temperatuursensor (NTC) met speciek setpoint voor de 
2-10 V sensorstoring.
Deze wordt automatisch opgeheven zodra de meetwaarde >2,0 V is
Luchtvochtigheidsensor 0-10 V
- Meetbereik: 0 tot 100%
- Instelling van de geregelde en buitenluchtvochtigheidssensor van -10 tot 10% (gereserveerd voor toegangsniveau fabrikant)
Filterdrukverschilsensor:
- Meetbereik als P35 = 0 : 0-10 V 0-1000 Pa
- Meetbereik als P35 = 1: 0,5-4,5 V 0-1000 Pa
Ventilatordrukverschilsensor:
- Meetbereik 0: 0-10 V 0-2500 Pa
179
NL

Table of Contents

Other manuals for Carrier CCU

Related product manuals