Carrier CCU - 12 Bus Voor Master;Slave-Functie; Bus Aansluiting; Procedure Adresseren Voor de Eenheden

12 - BUS VOOR MASTER/SLAVE-FUNCTIE
12.1 - Bus aansluiting
TUSSEN DE VERSCHILLENDE EENHEDEN
12
33
213
321
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
COM2
COM2
COM2
J9
J9
J9
Meeraderige kabels
afgeschermd, met mantel
(afscherming met vlechtwerk),
lengte tussen eerste en laatste
CCU CONTROLLER: 1000 m
1: ader A of +
2: ader B of -
3: aarde
CCU CONTROLLER MASTER CCU CONTROLLER SLAVE
CCU CONTROLLER SLAVE
COM2: buspolarisatieschakelaar
- Master-eenheid = ON
- Slave-eenheid = OFF
12.2 - Procedure adresseren voor de eenheden
De eerste keer dat de voeding wordt ingeschakeld, worden alle kaarten geïnitialiseerd met de parameters P215 "EENHEIDNUMMER
OP PANEEL" op waarde 1.
Aansluitschema
Shunt moet worden verwijderd van connector J2
Klemmen 1 en 7
J9
Eenheid 1
Regelaar
CCU CONTROLLER
(P215 = 1)
J9
Eenheid 2
Regelaar
CCU CONTROLLER
(P215 = 2)
J9
Eenheid 3
Regelaar
CCU CONTROLLER
(P215 = 3)
Stel op de regelaar voor eenheid 1, in het menu "CONFIGURATION OF NUMBER OF UNITS", "OPERATING CONFIGURATION",
de parameter "C01 NUMBER OF UNITS" in: (3 in het voorbeeld).
Adressering eenheden
De parameter P215 moet voor elke eenheid worden ingesteld.
Plaats de cursor bij eenheid 1 en druk op de toets "ENTER".
Stel in het menu "PARAMETERS"’, "SETTINGS PARAMETERS" de parameter P215 in op de waarde die overeenkomt met het
eenheidnummer.
183
NL