LOAD LEVEL
4 kW / 5 kVA
15
21
28
29
29
12
28
4.3 Vervangen van de batterijmodule
Loskoppelen van de batterijmodule
Opnieuw aansluiten van de batterijmodule
Opnieuw aansluiten van de power module
Zet de batterijschakelaar(s) z
12
op "0"-stand.
Koppel de batterijkabels z
28
en
29
van de power module los.
De batterijmodule kan nu vervangen worden. De aangesloten
apparatuur blijft energie krijgen van de UPS.
Het is ook mogelijk om de elementen te vervangen in plaats
van de batterijmodule.
Neem contact op met de plaatselijke servicedienst.
Vervangen van de batterijelementen:
Zet eerst de batterijschakelaar(s) z
12
op "0"-stand.
Zie § 2.3 en volg de instructies voor demontage van de z
batterijelementen.
Sluit de batterijkabels z
28
en
29
weer op de power module
aan.
Zet de batterijschakelaar(s) z
12
op "I"-stand.
Opnieuw aansluiten van de batterijelementen :
Zie § 2.3 en volg de instructies in omgekeerde volgorde.
Als het voorpaneel van de batterijmodule gesloten is de z
batterijkabels
28
en
29
aansluiten op de power module.
Zet de batterijschakelaar(s) z
12
op "I"-stand.
Bevestig de input/output-box aan de achterkant van de UPS z
met behulp van de 3 daarvoor bestemde schroeven.
Sluit de batterijkabels z
28
en
29
weer op de power module
aan.
Zet de batterijschakelaar(s) z
12
op "I"-stand.
Zet de schakelaar van het normale AC-circuit z
9
op "I"-stand.
Zet de handmatige bypass-schakelaar van "BYPASS"-stand z
naar "NORMAAL"-stand.
Controleer of LED z
15
brandt.
Volg de procedure voor eerste ingebruikname (zie § 3.1) om z
de UPS specifiek te programmeren.
Druk langer dan 3 seconden op de ON-toets z
21
.
LED
13
brandt en de aangesloten apparatuur wordt nu
beveiligd door de UPS.