Nederlands (NL)
165
5. Mechanische installatie
Bevestig de CU 3X2 met de vier schroeven, M5 x 10,
die bij de eenheid meegeleverd zijn (pos. 1).
Maximaal draaimoment: 1,4 Nm.
Afmetingen van de CU 3X2, zie paragraaf
14. Afmetingen.
Afb. 7 Montage in voorzijde van paneel
(standaard)
Verbind de aardklem (tussen de kabelklemmen) op
de CU 3X2 aan de bevestigingsmassa
(pos. 2, afb. 7). Zie afb. 8.
Afb. 8 Verbinding met de aarde
6. EMC-correcte installatie
De CU 3X2 wordt doorgaans gemonteerd in een
paneel dat ook een IO 351 module, geleiders en
andere voedingsapparatuur bevat. Het paneel kan
ook andere Grundfos modules en frequentie-omvor-
mers bevatten.
Om een storingsvrije werking te garanderen is het
zeer belangrijk om de elektronische modules op een
EMC-correcte wijze te installeren:
• Zorg voor een toereikende aardverbinding tussen
de CU 3X2 en de massa. Zie afb. 8.
• Maak gebruik van afgeschermde kabels voor
GENIbus. Sluit de afscherming aan op de kabel-
klem van de CU 3X2 die zich voor de klemmen
A1, Y1 en B1 bevindt. Zie afb. 9. Gebruik ook
afgeschermde kabels voor de CIM module.
Afb. 9 Afscherming vastgezet met kabelklem
• Signaalgeleiders voor digitale en analoge ingan-
gen en uitgangen dienen te worden afge-
schermd, d.w.z. laat de afscherming helemaal
doorlopen tot aan de CU 3X2 en verbind deze
aan de massa met bijvoorbeeld een kabelklem.
• Zorg dat de uiteinden van de afscherming niet
gedraaid zijn, aangezien dat het afschermingsef-
fect bij hoge frequenties teniet zal doen.
Gebruik in plaats daarvan kabelklemmen.
TM03 1301 4105
Om voor beschermingsklasse IP55 in aan-
merking te komen moet de CU 3X2 in een
paneel of kast worden gemonteerd.
TM04 2066 1908
TM04 2065 1908
Isolerende plastic tape tussen afscherming
en omhulsel dient te worden verwijderd
voordat de kabel in de kabelklem wordt
gemonteerd.