Inbedrijfstelling
- 86 - 01.21909.2669.9-02
14 Inbedrijfstelling
14.1 Lasprocédé met elektrode
 Selecteer met behulp van de toets 30 het lasprocédé Elek-
trode (LED Elektrode DC 33 of LED Elektrode AC 34 brandt).
9 U bevindt zich in de parameter Hoofdstroom I1
(LED Hoofdstroom I1 37 brandt).
 Stel met behulp van de draaiknop 41 de gewenste stroom-
sterkte in.
9 Uw lasapparaat is nu gereed voor gebruik.
Elektrodediameter
[mm]
Aanbevolen stroomsterkte
[A]
1,5 20 - 40
2,0 35 - 60
2,5 45 - 100
3,2 75 - 140
4,0 130 - 190
5,0 180 - 260
Neem goed nota van de informatie van de
elektrodefabrikant.
Parameter Bereik
Fabr.
inst.
LED
Hauptstrom I1
100 37
T 180 10 - 150 A
T 220 AC/DC 10 - 170 A
T 220 DC 10 - 180 A
T 250 10 - 200 A
T 300 10 - 200 A
Tab. 1: Hoofdparameters
De af fabriek ingestelde waarden zijn door middel van een pa-
rameterautomatiek geoptimaliseerd.
U kunt deze fabrieksinstelling voor de meeste lastaken onge-
wijzigd overnemen.
Verdere mogelijkheden voor jninstelling staan vermeld in
het hoofdstuk „14.3 Nevenparameters“ op pagina 87.
14.2 Lasprocédé TIG
 Selecteer met behulp van de toets 30 het lasprocédé TIG
(LED Elektrode DC 31 of LED TIG AC 32 brandt).
 Selecteer met behulp van de toets 47 de gewenste wer-
kingswijze (LED 2-takt 44, LED 4-takt 45 of LED Pulsen 46
brandt).
 48 Druk op de toets Hoofdparameters rechtsonder tot de
gewenste parameter verschijnt (de desbetreende LED 35
- 43 brandt).
 Stel met behulp van de draaiknop 41 de gewenste waarde
in.
9 Uw lasapparaat is nu gereed voor gebruik.
Elektrodediame-
ter [mm]
Aanbevolen
stroomsterkte
DC [A]
Aanbevolen
stroomsterkte
AC [A]
1,0 3 - 40 5 - 30*
1,6 15 - 130 20 - 90*
2,0 45 - 180 45 - 135*
2,4 70 - 240 70 - 180*
3,2 140 - 320 130 - 250*
4,0 220 - 450 200 - 320*
*) afhankelijk van elektrodetype en instelling van de parame-
ter AC-balans
Parameter Bereik
Fabr.
inst.
LED
Gasvoorstroomtijd
0,1 - 10
seconden
0,1 35
(Up-slope) 0 - 99 % 5 36
Hoofdstroom I1
100 37
T 180 3 - 180 A
T 220 3 - 220 A
T 250 5 - 250 A
T 300 5 - 300 A
Tweede lasstroom I2
1 - 200 % van
hoofdstroom
50 40
Pulsfrequentie (alleen in
werkingswijze Pulsen)
0,2 - 2000 Hz
(weergave
0,2 - 2,0t)
5 39
Down-slope 0 - 500 % 20 42
In de bedrijfsmodus DC-pulsen met Feed of Control vindt een
synchronisatie plaats. De down-slope begint altijd met I2, onaf-
hankelijk van de huidige status I1 of I2.
Correctie gasnastroom-
tijd
20 - 500 % 100 43
Tab. 2: Hoofdparameters
De af fabriek ingestelde waarden zijn door middel van een pa-
rameterautomatiek geoptimaliseerd.
U kunt deze fabrieksinstelling voor de meeste lastaken onge-
wijzigd overnemen.Verdere mogelijkheden voor jninstelling
staan vermeld in het hoofdstuk. „14.3 Nevenparameters“ op
pagina 87
i