Breedte van „The Back“ instellen voor de gebruiker
„The Back“ Ottobock | 105
5 Breedte van „The Back“ instellen voor de gebruiker
Meet de breedte van de rug van de gebruiker. Deze maat is een uitgangswaarde. Ga door met
de volgende stappen, wanneer de maat afwijkt van de standaardinstelling van „The Back“.
Verwijder de oambekleding door alle klittenbandsluitingen en de beide drukknopen los te maken.
De drukknopen zitten aan de achterzijde van „The Back“ bovenaan (zie punt 1, afb. 7).
(Bij aanwezigheid van een extra laterale ondersteuning moet u ook deze verwijderen door de
kruiskopschroeven los te draaien.) Maak de klittenbandverbinding van de bekleding aan de
zijkant los zoals aangegeven op afbeelding 7.
Draai met een kruiskopschroevendraaier de 14 schroeven los waarmee het middendeel wordt
bevestigd aan de zijdelen. De breedte kan worden versteld met ca. 5 cm (2,5 cm rechts en 2,5
cm links) of met 2,5 cm (1,25 cm rechts en 1,25 cm links).
Steek de klinkmoeren en de schroeven in de daarvoor gekozen boorgaten aan de boven- en
onderkant en schroef ze zo vast dat gecontroleerd kan worden of „The Back“ voor de gebruiker
de juiste breedte heeft.
Wij adviseren u nu als volgt te werk te gaan:
1. Bevestig eventueel de laterale ondersteuning.
2.
Bevestig de oambekleding zoals beschreven in hoofdstuk 9 “Floambekleding verwijderen
en bevestigen”.
3. Bevestig „The Back“ aan de rugbuizen van de rolstoel. Wanneer de montageadapterhaken
aan de bovenkant niet goed zijn ingesteld voor de rugbreedte van de rolstoel, kunnen deze
worden versteld zoals beschreven in hoofdstuk 6 “„The Back“ instellen voor de rolstoel“.
4.
Vraag de gebruiker om op zijn kussen in de rolstoel te gaan zitten en controleer of de rug past.
5. Wanneer dit het geval is, verwijdert u de oambekleding en draait u de overige (in totaal 14)
bevestigingsschroeven en klinkmoeren stevig vast.
6. Bevestig de oambekleding weer.
7. Nu kunt u verdergaan met het monteren van „The Back“ aan de rolstoel.
6 „The Back“ instellen voor de rolstoel
Wanneer „The Back“ is aangepast aan de gebruiker, moet deze nog worden aangepast aan
de rolstoel.
De dwarsverbindingen van het rugframe moeten 10 mm boven de uitsparingen van de onderste
montageadapters uitsteken (afb. 3). In sommige gevallen moeten de dwarsverbindingen iets
worden ingekort, zodat ze andere onderdelen van de rolstoel (bijv. spaken) niet in de weg zitten.
Met de montageadapterhaken aan de bovenkant kan de breedte worden versteld (afb. 4).