G0202MKD3 NL24
- koppelas tussen maaier en kneuzer: zie onderste fig.
Attentie:
De profielbuizen van de koppelas moeten steeds in-
gevet zijn. Controleer dit bij een nieuwe of gerepa-
reerde machine of koppelas vóór het eerste gebruik,
daarna regelmatig om de 20 werkuren smeren!
Let erop, dat de glijvlakken van de beschermbuizen
ook steeds zijn ingevet!
5.5 Spanning en smering ketting
De ketting kan door middel van een nylon kettingspanner
worden bijgespannen.
De spanning regelmatig controleren en eventueel
corrigeren door de nylon kettingspanner los te zetten en
met de hand naar beneden te drukken.
1
Bouten en moeren (30) losmaken, schermkap (34) uit-
schuiven.
2
Controleer de kettingspanning: de ketting moet aan de
onderzijde 1 cm slag hebben.
3
Corrigeer de spanning als volgt: draai de bevestigings-
moer (25) van nylon kettingspanner (26) los.
4
Druk de kettingspanner (26) met de hand omlaag en
houd hem zo vast en:
5
draai de moer (25) nu weer vast.
6
Schermkap (34) monteren en bouten en moeren (30)
vastmaken.
7
Voorzie de ketting regelmatig van olie (zie 5.4).
5.6 Verplaatsen of vernieuwen van de
meshouders
Attentie:
Vernieuw altijd alle meshouders per trommel!
Zorg dat alle meshouders op een mesplaat hetzelfde
onderdeelnummer hebben! Dit ter voorkoming van
onbalans!
Na een bepaalde gebruiksperiode zal aan de onderzijde
van de mesplaten, daar waar de messen aanliggen, slijtage
optreden. Controleer dit regelmatig. Wordt deze slijtage zo
groot, dat gevaar bestaat dat de mesplaten omhoog
buigen of zelfs doorslijten dan kunnen de meshouders als
volgt worden verplaatst:
Attentie:
Bij (de)montage beschadigde bouten en moeren
door goede vervangen, borgmoeren altijd vernieu-
wen. Draai de bouten/ moeren vast volgens tabel
van aandraaimomenten (par. 5.9)!
8
Draai de trommels tot ze de basisstand hebben (zie fig.).
9
Demonteer de steunschotel (zie onderdelenlijst).
10
Monteer de meshouders nu op een andere plaats.
D0203
2
2
2
3
3
2
2