58
NICE - MIRIAM - CRISTAL - PRETTY - KRISS - MARY - TECNA - EVO
NL
Alvorens ongeacht welke ingreep uit te voeren, dient men het vuur in de verbrandingskamer
volledig uit te laten gaan, tot de kamer volledig koel is, en moet de stekker altijd uit het
stopcontact getrokken worden.
12.2 ALARM “BLACK OUT”
“ACTIVE ALARM” “AL 1 - BLACK OUT”: onderbreking van de voeding tijdens de ontsteking.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.3 ALARM “FUME PROBE”
Er is een sonde op de rookgassenafvoerpijp aangesloten die de bedrijfstemperatuur continu bewaakt.
“ACTIVE ALARM” “AL 2 - FUME PROBE”: de sonde is beschadigd of afgesloten
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 64.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.4 ALARM “HOT FUME”
Als de rookgassensonde een temperatuur van meer dan 180°C meet op de afvoer, verschijnt de tekst “HOT
FUME” op het display. Op dit punt wordt het brandstofdebiet (pellets) verlaagd tot fase 1.
Deze functie heeft tot doel de waarden binnen de van tevoren ingestelde gegevens terug te brengen. Als
de temperatuur om diverse redenen niet verlaagd maar verhoogd wordt, wordt bij 210°C de tekst “ACTIVE
ALARM” “AL 3 - HOT FUME” weergegeven en start de kachel de fase van uitschakeling.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 64.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.5 ALARM “FAN FAILURE”
“ACTIVE ALARM” AL 4 - FAN FAILURE”: de rookgassenafzuiger is kapot.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 64.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.6 ALARM “FAILED IGNITION”
“ACTIVE ALARM” “AL 5 - FAILED IGNITION”: de temperatuur is onvoldoende voor de ontsteking.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 64.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.7 ALARM “NO PELLET”
Als de rookgassensensor bij de afvoer een temperatuur detecteert die lager is dan de minimumdrempel, dan
wordt de tekst “ACTIVE ALARM” “AL 6 - NO PELLET” getoond.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Vul de tank.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.8 ALARM “THERMAL SAFETY”
In de voorraadbak is een thermostaat met handmatige terugstelling geïnstalleerd die in werking treed als de
temperatuurgang van de voorraadbak de toegestane limieten overschrijdt zodat de mogelijkheid uitgesloten
wordt dat de pellets binnenin de voorraadbak door oververhitting in brand kunnen raken.
“ACTIVE ALARM” “AL 7 - THERMAL SAFETY”: dee thermostaat onderbreken de elektrische voeding naar de transportschroef.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 64.
• Schroef de zwarte dop, druk op de knop en schroef de zwarte dop bescherming.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12.9 ALARM “FAILURE DEPRESS”
Er is een drukschakelaar op de ketel aangesloten die de onderdruk controleert. In enkele modellen kachels is
een microschakelaar in de vuurdeur geïnstalleerd die de opening ervan detecteert.
“ACTIVE ALARM” “AL 8 - FAILURE DEPRESS”: dee thermostaat onderbreken de elektrische voeding naar de transportschroef.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase “FINAL CLEANING” en “OFF” uit.