2
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 2006/42/EG)
Fabrikant: FAAC S.p.A.
Adres: Via Calari 10 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIE
verklaart dat: De aandrijving mod. B680H met elektronische apparatuur E680
•isgebouwdvooropnameineenmachineofvoorassemblagemetanderemachines,methetdoeleen
machine te vormen in de zin van de Richtlijn 2006/42/EG;
•inovereenstemmingismetdefundamenteleveiligheidseisenvandevolgendeEEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EGrichtlijnElektromagnetischeCompatibiliteit
enverklaartbovendiendathetnietistoegestaandemachineinbedrijftestellenvoordatdemachine
waarinzijwordtopgenomenofwaarvanzijonderdeelwordt,geïdenticeerdis,endeovereenkomstigheid
ervanverklaardisvolgensdevoorwaardenvandeRichtlijn2006/42/EG.
Bologna,01oktober2011
De Gedelegeerd Bestuurder
A. Marcellan
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik
van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtigdooralvorenstebeginnenmetdeinstallatie
van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen
hetbereikvankinderenwordengelaten,aangezienzijeenbronvangevaar
kunnen vormen
4) Bewaardeinstructiesvoorraadplegingindetoekomst.
5) Ditproductisuitsluitendontworpenengebouwdvoorhetdoeldatindeze
documentatiewordtaangegeven.Elkandergebruik,datnietuitdrukkelijk
wordtvermeld, zouhetproduct kunnenbeschadigenen/of eenbronvan
gevaar kunnen vormen.
6) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijkgebruikofandergebruikdanwaarvoorhetautomatischesysteem
isbedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de
aanwezigheidvanontvlambaregassenofdampenvormteenernstiggevaar
voor de veiligheid.
8) Demechanischebouwelementenmoeteninovereenstemmingzijnmetde
bepalingenvandenormenEN12604enEN12605.
Voorniet-EEGlandenmoeten,omeengoedveiligheidsniveautebereiken,
behalvede nationalevoorschriftenook debovenstaandenormen inacht
wordengenomen.
9) FAAC is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht
genomenzijnbijdebouwvanhetsluitwerkdatgemotoriseerdmoetworden,
nochvoorvervormingendiezoudenkunnenontstaanbijhetgebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN
12453 en EN 12445.
Voorniet-EEGlandenmoeten,omeengoedveiligheidsniveautebereiken,
behalvede nationalevoorschriftenook debovenstaandenormen inacht
wordengenomen.
11) Alvorens ingrepen op de installatie te verrichten moet de elektrische voeding
wordenafgekoppeld.
12) Zorgophetvoedingsnetvanhetautomatischesysteemvooreenmeerpolige
schakelaarmeteenopeningtussendecontactenvan3mmofmeer.Het
wordtgeadviseerdeenmagnetothermischeschakelaarvan6Ategebruiken
metmeerpoligeonderbreking.
13) Controleeroferbovenstroomsvandeinstallatieeendifferentieelschakelaar
isgeplaatstmeteenlimietvan0,03A.
14) Controleerofdeaardingsinstallatievakkundigisaangelegdensluiterde
metalendelenvanhetsluitsysteemopaan.
15) Hetautomatischsysteemheefteenintrinsiekebeknellingsbeveiliginginde
vormvaneenkoppelbegrenzer.Deactiveringsdrempeldaarvanmoetevenwel
wordengecontroleerdopgrondvandeinpunt10aangegevenvoorschriften.
16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door
beweging,zoalsinklemming,meesleurenofamputatie.
17) Hetis raadzaam om voor elke installatie minstens één lichtsignaal (bijv.
FAACLEDofingebouwdedriekleurigewaarschuwingslamp)tegebruiken,
evenalseensignaleringsborddatgoedopdestructuurvanhetlijstwerkis
bevestigd,naastdeinpunt“16”genoemdevoorzieningen.
18) FAACaanvaardtgeenenkeleaansprakelijkheidvoorwatbetreftdeveiligheiden
degoedewerkingvanhetautomatischesysteem,alserindeinstallatiegebruik
gemaaktwordtvancomponentendienietdoorFAACzijngeproduceerd.
19) GebruikvoorhetonderhouduitsluitendorigineleFAAC-onderdelen.
20) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het
automatischesysteem.
21) Deinstallateurdientalleinformatieteverstrekkenoverdehandbediening
vanhetsysteeminnoodgevallen,enmoetdegebruikervandeinstallatie
hetbijhetproductgeleverdeboekjemetaanwijzingenoverhandigen.
22) Stahetniettoedatkinderenofvolwassenenzichophoudenindebuurtvan
hetproductterwijlditinwerkingis.
23) Houdradio-afstandsbedieningenofalleandereimpulsgeversbuitenhetbereik
vankinderen,omtevoorkomendathetautomatischesysteemonopzettelijk
kanwordenaangedreven.
24) Doorgangisalleentoegestaanwanneerhetautomatischsysteemstilstaat.
25) Degebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen
plegen,endientzichuitsluitendtewendentotgekwaliceerdpersoneel.
26) Onderhoud:dewerkingvandeinstallatiedientminstenseenmaalperhalfjaar
tewordengecontroleerd.Hierbijdientbijzondereaandachttewordenbesteed
aandeveiligheidsvoorzieningen(inclusief,waarvoorzien,deduwkrachtvan
de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
27) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is
niet toegestaan.