4
• Bevestigdezuigerzonderveerinheteerderbepaaldegat.
Met de slagboom open mag de veer NIET zijn ingedrukt.
•
Assembleerdeboommetgebruikmakingvandebijgeleverde
schroevenzoalsinFig.17,ref.a tot h(hetrubberenprofiel
vandeboommoetnaardesluitrichtingzijngericht).
De bevestigingsschroef van de arm mag niet worden
gesmeerd.
•
Indiende toepassingeenboominmeerderedelenheeft,
sluit dan zodra het eerste deel en de armbevestiging zijn
geassembleerdhetautomatischsysteem,zethemvastenvolg
de instructies voor de montage van het volgende deel zoals
aangegeveninFig.20,ref.a tot d
• Stel de mechanische eindaanslagen voor het openen en sluiten
af zoals in Fig. 15, en zorg dat de contramoer goed wordt
vastgedraaid.
•
Controleerofdeboominbalansisdoordeaanwijzingeninde
paragrafen4.5en4.6tevolgen.
De behuizing moet mechanisch worden bevestigd zoals
aangegeven in de geïllustreerde reeks van Fig. 21, na
de bekabeling en inbedrijfstelling te hebben uitgevoerd.
4.5 Bevestiging plunjerzuigers
Omervoortezorgendatdeslagboomgoedwordtuitgebalanceerd,
moet niet alleen de ring voor het voorladen van de veer correct
worden afgesteld (zie paragraaf 4.5), maar moeten ook de twee
plunjerzuigersopdejuistepositiewordenbevestigd.Dezepositie
hangtafvanhoelangdeboomisenofereventueleaccessoiresop
zijnaangebracht(zieparagraaf11).
4.6 Uitbalancering slagboom
LET OP: Het is noodzakelijk deze procedure uit te voeren,
aangezien de slagboom intern niet wordt uitgebalanceerd.
De boom is uitgebalanceerd als hij, met de slagboom in de
handbediende modus (zie hst. 6), met een hoek van 45° stil
blijft staan.
Handelalsvolgtomdeslagboomuittebalanceren:
• Installeerdeboomenalleaccessoiresopdestructuurvande
slagboom volgens de vereisten van de eindconfiguratie van
hetsysteem.
• Controleerofdeaandrijvingontgrendeldis,zieparagraaf6.
• Controleerofdezuigersopdetuimelaarzijnbevestigdzoals
beschreveninparagraaf11inTabel2ofTabel3,afhankelijkvan
hetgeïnstalleerdemodelboom(respectievelijkSofL).
• Zetdearmmetdehandineenhoekvan45°encontroleerof
hijstilblijftstaan;alsdearmneigtopentegaan,draaidande
stelringvoordevoorladingtegendeklokin(Fig.16ref.a),
indienhijneigtdichttegaan,draaidestelringdanmetdeklok
mee(Fig.16ref.b).
5. INBEDRIJFSTELLING
5.1 Aansluiting elektronische apparatuur
LET OP: Alvorens een willekeurige ingreep op de elektronische
apparatuur uit te voeren (aansluitingen, onderhoud enz.) moet
altijd eerst de stroomvoorziening worden losgekoppeld.
Zie voor de aansluitingen en de test van het automatisch
systeem het deel over de elektronische apparatuur,
paragraaf 1 op pagina 6 en volgende.
5.2 Test van het automatisch systeem
Brengnahetinstallerentehebbenvoltooiddegevaarsticker(rif.Fig.
29)opdebovenkantvandestaanderaan.Controleervervolgens
zorgvuldigofhetautomatischsysteemenalledaaropaangesloten
accessoiresgoedwerken.
Geef de “Gebruikershandleiding”, de door de geldende
regelgeving vereiste documentatie aan de klant, laat zien
hoe de slagboom correct moet worden gebruikt en wijs
daarbij op de potentieel gevaarlijke zones.
6. HANDBEDIENDE WERKING
Alsdeslagboommetdehandmoetwordenbediendomdatdestroom
isuitgevallenofhetautomatischsysteemnietgoedwerkt,moetmet
behulpvandebijgeleverdesleuteldeontgrendelingwordengebruikt.
Debijgeleverdeontgrendelingssleutelkandriehoekig(Fig.18ref.a)
ofgepersonaliseerdzijn(Fig.18ref.b ,optioneel).
• Steek de ontgrendelingssleutel in het slot en draai hem tegen
dewijzersvan de klokintothijnietverderkan,zoalsinFig.18
• Openofsluitdeboommetdehand.
Met de arm ontgrendeld zou de motor ongeveer 3
seconden kunnen worden ingeschakeld. Dit is normaal
en wordt geregeld door de parameter Hold Close /
Hold Open
7. HERSTEL NORMALE WERKING
Omtevoorkomendatdeslagboomtijdensdemanoeuvreperongeluk
dooreenimpulswordtingeschakeld,moetalvorensdevergrendeling
inteschakelendevoedingnaardeinstallatiewordenuitgeschakeld.
driehoekige ontgrendelingssleutel (standaard):
- draai de sleutel met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder
kan,entrekhemeruit(Fig.18ref.a).
gepersonaliseerde sleutel (optioneel):
- draai de sleutel met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder
kan,entrekhemeruit(Fig.18ref.b).
8. ONDERHOUD
Controleerbijhethalfjaarlijksonderhoudaltijdofhetsysteemgoed
isuitgebalanceerdenofdeveiligheidsvoorzieningengoedwerken.
8.1 Olie bijvullen
Controleer iedere 6 maanden de hoeveelheid olie in het reservoir.
Hetpeilmoettussendetweestreepjesopdepeilstokzitten.Vul
oliebijdoordevuldoplostedraaien(Fig.12rif.a) en er olie in te
gietentotaanhetvereistepeil.GebruikuitsluitendFAACHPOIL.
8.2 Ontluchten
FAAC-productenwordenmeteenreedsontluchthydraulischsysteem
afgeleverd.Bijonderhoud,vervangingvanonderdelen(bijvoorbeeld
deleidingen)ofonzorgvuldigvervoerkanerluchtinhethydraulisch
circuitkomen,waardoordeaandrijvingonregelmatigbeweegt
ofmeteen lagerkoppel gaatwerken.Als deboom onregelmatig
beweegt,moethet hydraulisch system worden ontlucht door als
volgt te handelen.
•
Schakeldeboomin.
• Draaiaanheteindevandesluitingdeontluchtingsschroefopde
zuigermetdebalansveerietslosenweervast(Fig.5ref.d).
•
Draaiaanheteindevandeopeningdeontluchtingsschroefop
dezuigerzonderbalansveerietslosenweervast(Fig.5ref.l).
Herhaal deze handeling, indien nodig, meerdere malen tot de
slagboomregelmatigbeweegt.
Let goed op tijdens deze fase, aangezien de zuigers
olie onder druk bevatten die eruit zou kunnen schieten
indien de schroeven te los worden gedraaid.
Indien de parameters
FO en FC van de Geavanceerde
Configuratie zijn gewijzigd en op een lagere waarde dan
de defaultwaarde ingesteld, wordt aangeraden deze
waarden tijdens de ontluchting op de defaultwaarde
of een hogere waarde te zetten, om de ontluchting te
bevorderen.