10
Display
Functie Default
L2
Loop 2
Alsdezeparameterwordtgeactiveerd,heeft
de loop die eventueel op de ingang Loop2
isaangeslotendefunctieSAFETY/CLOSE.
Y Loop2actief
no Loop2nietactief
(zie opmerking bij Loop 1)
no
S1
Gevoeligheid Loop 1
Regelt de gevoeligheid van de detectielus
voor voertuigen
00 Minimale gevoeligheid
10 Maximale gevoeligheid
05
S2
Gevoeligheid Loop 2
Regelt de gevoeligheid van de detectielus
voor voertuigen
00 Minimale gevoeligheid
10 Maximale gevoeligheid
05
Mt
Beweging motor
Met de door deze parameter verstrekte
functiekandestaafvandeslagboommet
dehandwordenbewogen,metdefunctie
deadman.Alsoptoets+wordtgedrukt,
gaathetautomatischsysteemopen,alsop
toets-wordtgedrukt,gaathetautomatisch
systeemdicht.
oP drukken op +,openen
cL drukken op -,sluiten
--
St
STATUS VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM:
Hiermee kan worden gekozen of bij het verlaten van
de programmering de gegevens al dan niet worden
opgeslagen.
Y = verlaten met opslag gegevens
no = verlaten zonder opslag gegevens
Bijhetverlatenvandeprogrammeringwordtalsoptoets
F wordt gedrukt weer de status van het automatisch
systeemweergegeven:
00 Boom gesloten
01 Boom open
02 Stilstand klaar om te openen
03 Stilstand klaar om te sluiten
04 Automatischsysteeminpauze
05 Gaat open
06 Gaat dicht
07 Failsafeingang
08 Controle 2EASY-voorzieningen in gang
09 Voorknipperen en vervolgens GAAT OPEN
10 Voorknipperen en vervolgens GAAT DICHT
11 Openen in NOODGEVALLEN
Toegang tot de functie St is mogelijk door de
knoppen F en - tegelijk in te drukken.
De weergave van de status van het automatisch systeem
St is van fundamenteel belang voor de installatie-/
onderhoudstechnicus om de logische processen die de kaart
tijdens de bewegingen gebruikt te begrijpen.
Als het automatisch systeem zich bijvoorbeeld in de status
GESLOTEN bevindt, MOET
00. zijn weergegeven. Zodra
het commando OPEN wordt gegeven, geeft het display
09
weer als het voorknipperen is geactiveerd, of meteen
05
(de OPENINGsbeweging), en vervolgens
01 zodra de
doorgang OPEN is.
Voorbeeldvaneenstatusreeksdieophetdisplaywordtweergegeven,
tebeginnenmetdegeslotenslagboom
00 Boomgesloten
05 Gaat open
01 Boom open /
04 Pauze
06 Gaat dicht
In de reeks wordt de status 09 en 10, die overeenkomt met
respectievelijk de voorknipperfunctie bij het openen en bij het
sluiten, niet weergegeven.
5.2 Wijziging van de set vooringestelde parameters
DekaartE680heeftzesvooringesteldeconfiguratiesetswaarmeehij
snelaandemaatvandegeïnstalleerdeboomkanwordenaangepast;
dezesetsvormeneenbasiswaarvandeparameterseventueelnader
kunnenwordenafgesteld.Omeenvandebeschikbareconfiguraties
tekiezen,moetdevooringesteldewaarde00 (neutrale stand) van de
parameter
dFwordengewijzigdindewaardediemetdeconfiguratie
vandeslagboomovereenkomt(lengtevandeboom,typeensoort
geïnstalleerdeaccessoires)zoalsaangegeveninTabel4ofTabel5
oppagina24(bijvoorbeeld, kies de defaultwaarde 04 voor een
boommeteenlengtevan5metermetsteunpaalenverlichting).
Omde preconfiguratietebeëindigenmoethetmenu van de
Basisconfiguratiewordenverlatendooroptoets“F”tedrukkentot
de parameter St verschijnt,ofop“F”entoets“-”wordengedrukt.