16
27
NIET WIJZIGEN
no
28
NIET WIJZIGEN
no
29
NIET WIJZIGEN
no
30
Alsdezefunctiewordtgeactiveerd,hebbendecommando’svanLOOP1voorrangboven
die van LOOP2.
Y=actief
no=nietactief
A0
Functie HOLD CLOSE / HOLD OPEN
Wanneerdezefunctiewordtgeactiveerd,controleerthetautomatischsysteemnavooraf
bepaaldetijdsintervallendestandvandeboom(zieparameter
A1
).Indiendeboomniet
vollediggeslotenofopenblijkttezijn(afhankelijkvandelogica-situatiewaarindekaartzich
bevindt),geefthetautomatischsysteemgedurendemaximaal3secondeneencommando
omdeboomtesluitenofteopenenomhemweerindecorrectepositietezetten.Indien
dearmna3secondennietnaardevollediggesloten/openstandterugkeert(bijvoorbeeld
omdatdearmontgrendeldis),zaldefunctiewordengedeactiveerdtotweereenOPEN-
commandowordtgegeven.
Y
A1
Inschakeltijd functie HOLD CLOSE / HOLD OPEN
Deze parameter betreft het interval tussen twee inschakelingen van de functie HOLD
OPEN / HOLD CLOSE uitgedrukt in minuten. (van 00 tot 99)
60
r1
Aezingfrequentieloop1
MetdititemkandeactueleoscillatiefrequentievandeopingangLoop1aangeslotenlus
wordengecontroleerd.Deindicatiemoetalsvolgtwordengelezen:
Eerstecijfer:tientallen(kHz)
Tweedecijfer:eenheid(kHz)
Decimaalteken:Honderdtallen(kHz)
Bijvoorbeeld,eenweergegevenwaardevan05. betekenteenwaardevan105kHz
Read only-parameter
r2
Aezingfrequentieloop2
Met dit item kan de actuele oscillatiefrequentie van de op ingang Loop 2 aangesloten
luswordengecontroleerd(vgl.parameter r1vooraanwijzingenoverhetaezenvande
aangegevenwaarde)
Read only-parameter
F1
SelectiefrequentieLoop1
Met deze parameter kan een specifieke oscillatiefrequentie voor de op ingang Loop 1
aangesloten lus worden ingesteld, of aan het systeem worden overgelaten de beste
instellinguitde4beschikbareniveaustekiezen.
A Automatische selectie
1-2-3-4 Frequentie1-2-3-4
Opmerking: WanneerhetmenuvandeGeavanceerdeconfiguratiewordtverlatennadat
debedrijfsfrequentievandeloopis gewijzigd,wordthetsysteemopnieuw gekalibreerd.
Zodoendekan,natoegangtothetmenuomdewaardevandeparametersr1 of r2 te
raadplegen,kandeactuelefrequentiewordenafgelezen.
A
F2
SelectiefrequentieLoop2
Met deze parameter kan een specifieke oscillatiefrequentie voor de op ingang Loop 2
aangesloten lus worden ingesteld, of aan het systeem worden overgelaten de beste
instellinguitde4beschikbareniveaustekiezen.
A Automatische selectie
1-2-3-4 Frequentie1-2-3-4
Opmerking: WanneerhetmenuvandeGeavanceerdeconfiguratiewordtverlatennadat
debedrijfsfrequentievandeloopis gewijzigd,wordthetsysteemopnieuw gekalibreerd.
Zodoendekan,natoegangtothetmenuomdewaardevandeparametersr1 of r2 te
raadplegen,kandeactuelefrequentiewordenafgelezen
A