In bedrijf stellen
18
Amaco BAG0028.0 04.06
6 In bedrijf stellen
Bevestig, de stekker van de sensor in de plug van de boordcomputer
en schroef de stekker vast, nadat U de zaaimachine aan de tractor
heeft gekoppeld.
Boorcomputer inschakelen
-toets of -toets indrukken
→
display geeft (kortstondig):
uitvoeringsnummer van het apparaat, b.v. “HA”.”X.X”.
→
automatische test van de batterijspanning
Wanneer spanning te laag is; verschijnt [-bl-] op het display.
→
Aanwijzing:
de laatst geprogrammeerde machinecode b.v. “F4”.
Verschijnt op het display het symbool [-bl-] schakel dan de
boordcomputer uit (zie op pagina 24) en vervang de batterijen
voor set nieuwe (zie op pagina 15)!
Om de
AMACO
de bewerkte oppervlakte correct te kunnen laten
berekenen, moet voor iedere machine
•
een factor en de werkbreedte
of
•
een code
worden inge voer d.
Machinecode invoeren (zie blz. 20)
De boordcomputer herkent het type zaaimachine door middel van de
ingevoerde codering (b ijv. F.13). Aan deze codering herkent de
boordcomputer de gegevens die nodig zijn voor de werkbreedte van
de zaaimachine en het aantal impulsen van de magneten die nodig
zijn voor het berekenen va n de afgelegde we g.
Machinefactor en werkbreedte invoeren ( zie blz. op pagina 22)
•
Let in de tabel op de “afdraaigetallen” naast de codering.
Wanneer u de “afdraaiproef” met een ander afdraaigetal dan
aangegeven uitvoert, of wanneer de sensor ”Ha” niet zoals in
hfdst. 5 aangegeven, bevestigd w ordt, bereken dan d e
gegevens voor uw zaaimachine en programmeer de
boordcomputer met de nieuwe gegevens. .
•
Voor
AMAZONE D9
,
AD-P
,
AD03
.