nl | Instrumentinstellingen
248 X-am
®
2800 / X-am
®
5800
6.2 Apparaat- en sensorinstellingen
Verstreken kalibratie-interval Kanaalwaarschuwing
1) Het vangbereik kan met de PC-software Dräger CC-Vision worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Het vangbereik is in de meetmodus in de fabriek geactiveerd. In de kalibratiemodus is het vang-
bereik altijd gedeactiveerd.
2) De OEG-factor kan met de PC-software Dräger CC-Vision aan nationale voorschriften worden
aangepast.
3) Notatie in het gasmeetinstrument: ch4
Benaming: Bereik / Instelling
Apparaatinstellingen:
Wachtwoord(en) Numeriek bereik (4-cijferig)
Bedrijfssignaal akoestisch Ja / nee
Uitschakelmodus "Uitschakelen toegestaan" of
"Uitschakelen niet toegestaan" of
"Uitschakelen niet toegestaan bij A2"
Korte termijn blootstellingswaarde
(STEL)
1)2)
0 - 60 (in minuten; instelling voor bloot-
stellingsalarm)
Gemiddelde shiftlengte (TWA)
3)
60 - 1440 (in minuten; instelling voor
blootstellingsalarm)
Sensorinstellingen:
A1-alarm:
Zelfhoudend
Bevestigbaar
Aan / Uit
Aan / Uit
A2-alarm:
Bevestigbaar Aan / Uit
Alarmgrens A1 stijgend
(in meeteenheid)
0 tot A2
Alarmgrens A2 stijgend
4)
(in meeteenheid)
A1 tot meetbereik eindwaarde
Alarmgrens A1 dalend
(in meeteenheid, alleen O
2-sensor)
A2 dalend tot A1 stijgend
Alarmgrens A2 dalend
(in meeteenheid, alleen O
2-sensor)
0 tot A1 dalend
Soort analyse
1)
Inactief, TWA, STEL, TWA+STEL
Functie Instelling