nl | Instrumentinstellingen
250 X-am
®
2800 / X-am
®
5800
6.3 Alarminstellingen (fabrieksinstelling)
Betekenis van de gebruikte termen:
Voorbevestiging: Als het alarm tijdens de alarmtoestand (door indrukken van de
OK-toets) wordt bevestigd, worden het akoestische alarm en de vibratiefunctie
uitgeschakeld. Het alarm wordt pas volledig gereset (LED en display) zodra de
alarmtoestand niet meer aanwezig is.
Bevestiging: Indien het alarm wordt bevestigd wanneer de A1-alarmtoestand
niet meer aanwezig is (door het indrukken van de OK-toets), worden alle
alarmelementen gereset.
Als de A2- en A1-alarmen als bevestigbaar zijn geconfigureerd, wordt het A1-
alarm voorafgegaan door een voorbevestiging of bevestiging van het A2-alarm
voorbevestigd of als de alarmtoestand niet meer aanwezig is, volledig
bevestigd.
Betekenis van de symbolen:
: Functie geactiveerd
: Voorbevestiging
Alarmen /
Gebeurtenis-
sen
Weer-
gave in
het dis-
play
Zelfhou-
dend
Beves-
tigbaar
LEDs Hoorn Vibratie
A1 ↑ (stijgend)
A1 -
A2 ↑ (stijgend)
A2 -
A1 ↓ (dalend)
A1 -
A2 ↓ (dalend)
A2 -
STEL
1)2)
1) Het STEL-alarm kan met max. één minuut vertraging worden geactiveerd.
STEL -
TWA
3)
TWA -
Fouten
4)
Accu/batterij-
vooralarm
5)
--
Accu/batterij-
hoofdalarm
6)
---
Apparaatfout
-
Kanaalfout
----