120
Gaalsvolgttewerkomde3-fasen-draairichtingteidenticeren:
- SchakeldeDMMinenkiesdemeetfunctie“Motor”.Ophet
schermverschijnt“AC”endeeenheid“V”.
- Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (E), de zwarte
meetleiding in de COM-meetbus (D).
- Houd de toets “SELECT” gedurende 2 seconden inge-
drukt. Er worden twee pieptonen weergegeven en het
slotsymbool (H19) knippert. De automatische meetbe-
reikinstelling wordt gedeactiveerd en het 600 V-bereik ge-
selecteerd. Op het scherm wordt ong. 0.0 V weergegeven
- Verbind de zwarte meetstift met buitenleider L3. Deze ver-
binding blijft voor de test onveranderd. Verbind de rode
meetstift met buitenleider L1.
- Van zodra het meetapparaat twee buitenleiders heeft her-
kend, wordt de nominale spanning weergegeven en het
slotsymbool brandt permanent.
- Vervang nu binnen de 5 seconden de rode meetstift naar
buitenleider L2. Als de tijd voor het vervangen van het
meetpunt wordt overschreden, onderbreekt de DMM de
meting en moet de functie opnieuw worden opgestart.
- Het meetapparaat analyseert bij een correcte meetpunt-
vervanging de fasenverschuiving van de drie na elkaar
bepaalde buitenleiders en geeft de draairichting via twee
symbolen op het scherm weer. De pijlrichting van de sym-
bolen geeft telkens de draairichting weer:
In de richting van de wijzers van de klok = rechtsdraaiend
Tegen de richting van de wijzers van de klok = linksdraai-
end
- Voor een bijkomende meting drukt u eenmaal kort op de
toets“SELECT”.Omde functie tedeactiveren,houdtu
detoets “SELECT”gedurendeminstens2secondenin-
gedrukt.
- Verwijder na het meten de meetleidingen van het meetob-
ject en schakel de DMM uit.
Defunctietoetsen“RANGE”,“MAXMIN”,“REL”,“Hz”en“HOLD”zijnindezemeetfunctiegedeactiveerden
kunnen niet worden geselecteerd.
Bij het meten van driefasige motoraandrijvingen met snelheidsregeling met variabele frequentie (VFD)
kunnen storingen (PWM-interferentie) optreden.
Omdezeinterferentieteminimaliseren,iseenlangeremeettijd(≥30s)nodig.
De nominale spanning wordt in dit geval alleen aangegeven als referentiewaarde. De nauwkeurigheid is
niet geldig voor toerengeregelde motoraandrijving.