2
Algemeen
Veiligheid
VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade en slechte laadresultaten bij
onjuist ingestelde modus. Modus altijd overeenkomstig het te laden type accu
instellen.
WAARSCHUWING! Gevaar van lichamelijk letsel en materiële schade door
losse, draaiende voertuigonderdelen. Bij werkzaamheden in de motorruimte
van de auto moet erop worden gelet dat handen, haren, kledingstukken en
laadkabels niet in contact komen met draaiende onderdelen, zoals V-riemen,
de ventilateur, enz.
Het apparaat is voor veilig gebruik uitgerust met de volgende veiligheidssystemen:
- Geen vonkvorming bij het aansluiten op de accu door spanningvrije laadklemmen
- Beveiliging tegen ompoling of kortsluiting van de laadklemmen
- Beveiliging tegen thermische overbelasting van het laadapparaat
Gebruik overeen-
komstig de
bedoeling
Het laadapparaat is uitsluitend voor het laden van de hierna vermelde typen accu’s
bedoeld.
Accutype „nat“.
Accu’s met vloeibare (Pb, Ca, Ca zilver) of gebonden (AGM, GEL, MF, vlies) elektrolyt,
dat voor start- of tractiedoeleinden wordt toegepast.
Accutype „GEL“:
Accu’s met vloeibaar (Pb, GEL, Ca, Ca zilver) of gebonden (AGM, MF, vlies) elektrolyt,
die voor stand-by-doeleinden (bijv. noodstroominstallaties) of bij omgevingstemperaturen
van meer dan 35°C (95 °F) worden toegepast.
Belangrijk! Het laden van droge accu’s, primaire elementen en niet opnieuw oplaadbare
accu’s is verboden.
OPMERKING! Geen beveiliging tegen ompoling bij diepontladen accu’s. Is de
accuspanning te laag (< 1,0 V), dan het het laadapparaat de aangesloten accu
niet meer herkennen. Voor het handmatig starten van het laadproces op de
correcte poling van de laadklemmen letten.
Gebruikte sym-
bolen
Uitvoering met hoofdschakelaar:
- Hoofdschakelaar uitschakelen
- Apparaat van het net loskoppelen
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
- Apparaat van het net loskoppelen
Uitvoering met hoofdschakelaar:
- Apparaat op het net aansluiten
- Hoofdschakelaar inschakelen
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
- Apparaat op het net aansluiten