Nederlands (NL)
270
Instellen van de bedrijfstegendruk, zonder het gedoseerde
volume tijdens de kalibratie te meten
Wanneer u het gedoseerde volume niet meet, dan kunt u de
"kalibratiewaarde" bepalen uit de volgende doseercapaciteitgra-
fieken om uw pomp in te stellen op de bedrijfstegendruk.
De grafieken geven 200 slagen weer:
• Doseermedium met een viscositeit gelijksoortig aan die van
water
• 0,5 m positieve toeloop.
Afb. 31 Doseercapaciteitgrafieken
9.6.1 Flow Monitor
Om de druksensor (indien geïnstalleerd) te laten fungeren als
een doseerregelaar, moet de doseerbesturing worden ingescha-
keld. Zie paragraaf
9.10 Flow Monitor.
9.6.2 Drukbesturing
In het drukbesturingsmenu, wordt de drukbesturingsfunctie in- of
uitgeschakeld en wordt de stop tegendruk ingesteld.
Zie paragraaf
9.10 Flow Monitor.
9.6.3 Geheugenfunctie
De geheugenfunctie wordt gebruikt voor het opslaan van overtol-
lige contactsignalen voor latere verwerking.
Zie paragraaf
9.6.3 Geheugenfunctie.
• Schakel de geheugenfunctie in/uit met "Omhoog" / "Omlaag".
• Druk op de "Menu/Info" knop (bevestig de instelling en ga naar
het volgende menu-item), of
• druk op de "Start/Stop" knop (bevestig de instelling en sluit het
tweede functieniveau).
9.6.4 Weging van stroom ingang/uitgang
In stroomingang/uitgang bedrijf, wordt de doseercapaciteit
bestuurd via het stroomsignaal. De pomp stuurt een stroom-
signaal als terugkoppeling naar de regelkamer of mas-
ter/slave-applicaties.
9.6.5 Batch menu / batch modus
In de batchmodus, wordt een gedefinieerde batchhoeveelheid
gedoseerd met een gedefinieerde doseerdoorstroming. De batch
kan handmatig of via een contact worden gedoseerd.
Zie paragraaf
9.11 Batch menu / batch modus.
9.6.6 Timer menu / timer mode
In de timermodus, wordt een gedefinieerde batchhoeveelheid gedo-
seerd met een gedefinieerde doseerdoorstroming en een gedefini-
eerde starttijd. Zie paragraaf
9.12 Timer menu / timer modus.
TM03 6679 4506
1000
1200
1400
1600
1800
2000
2200
2400
2600
2800
3000
3200
012345678910
p
sys
[bar]
V
kal
[ml]
DDI 60 -10
DDI 150 - 4
Waarden zijn bij benadering en houden geen reke-
ning met afwijkingen als gevolg van constructietole-
ranties overeenkomstig VDMA 24284.
Voor weging van de stroom ingang/uitgang,
zie ook
9.9 Stroomsignaalbesturing 0-20 mA / 4-20
mA
.