b. Plaats twee bekers (of containers) met gedeïoniseerd water bevatten in de analyser.
c. Plaats de slang van de indicatorfles en de slang van de bufferfles in de bekers.
d. Druk op menu en selecteerSONDE SETUP > [selecteer analyser] > VOORVULLEN.
De analyser verwijdert de reagentia uit de reagensleidingen.
2. Verwijder het gedeïoniseerde water als volgt uit de reagensleidingen:
a. Verwijder de slang van de indicatorfles en de slang van de bufferfles uit de bekers.
b. Verwijder de twee bekers uit de analyser.
c. Druk op menu en selecteerSONDE SETUP > [selecteer analyser] > VOORVULLEN.
De analyser verwijdert alle vloeistof uit de reagensleidingen.
3. Ontkoppel de analyserkabel van de controller.
4. Draai de afsluiter in de gesloten stand om de monsterflow naar het Y-filter te stoppen.
5. Koppel de slang van de monsterinlaat (zwart) en de (doorzichtige) slang los van de analyser.
6. Verwijder de externe luchtonderbreking van de analyser.
7. Verwijder de pompklem. Raadpleeg Afbeelding 6 op pagina 212.
8. Verwijder de slanggeleider en roerstaaf uit de analyser. Bewaar de slanggeleider om met de
analyser mee te verzenden. Raadpleeg Stap 3: De roerstaaf en slanggeleider aanbrengen
op pagina 201.
9. Breng de pompklem aan zonder de slanggeleider. Plaats tape op de slangklem om de slangklem
stevig vast te zetten.
10. Verwijder het water uit de kuvet met een wegwerpdruppelpipet of een niet-pluizende doek.
11. Haal de analyser van de muur.
12. Plaats de analyser terug in de originele verpakking.
7.7 Reinig het apparaat
L E T O P
Gebruik nooit reinigingsmiddelen zoals terpentine, aceton of soortgelijke producten om het
instrument, het display of de accessoires te reinigen.
Reinig het uitwendige van het instrument met een vochtige doek en een milde zeepoplossing.
7.8 Gemorste stoffen opruimen
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden
afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale voorschriften.
1. Volg alle veiligheidsprotocollen van de installatie op.
2. Voer het afval af volgens de geldende voorschriften.
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
8.1 Fouten—Rood lampje
Om de sensorfouten weer te geven drukt u op menu en selecteert u DIAGNOSTIEK > [selecteer
analyser] > FOUTMELDINGEN. Een lijst van mogelijke fouten is afgebeeld in Tabel 7.
Nederlands
213