75
Nederlands
AMPERFIED kan uitsluitend verantwoordelijkheid
nemen voor de leveringstoestand van het laadsysteem
envooralledoorvakpersoneelvanAMPERFIEDverrichte
werkzaamheden.
1.2.3. Bijzondere bedrijfsomstandigheden
voor Zwitserland
Gebruikbijdeversiemet7,5m-laadkabelinZwitserland
een geleidingssysteem voor leidingen.
1.2.4. Bijzondere bedrijfsomstandigheden
voor Nederland en Italië
Sluit op de digitale uitgang SW (afb.6 - nr.2) bijvoorbeeld
eenactiveringopafstandvoordevoorgeschakelde
RCD
ofeencontactoraan.
U
max
= 24 V
I
max
= 3 A
1.3 Opmerkingen voor personen met
actieve medische hulpmiddelen
Actievemedischehulpmiddelenzijnbijvoorbeeld:
pacemaker,DBS-neurostimulator,geïmplanteerde
debrillator,insulinepomp.Laadsystemenvanderma
AMPERFIED die reglementair worden gebruikt, voldoen
aandeEuropeserichtlijninzakedeelektromagnetische
compatibiliteitmetbetrekkingtotdestoringsemissiein
industriëlezones.Alspersonenmetactievemedische
hulpmiddelen werkzaamheden aan laadsystemen en
deinrichtingenhiervanbijreglementairnormaalbedrijf
willen uitvoeren, kan AMPERFIED geen uitspraak doen
overdegeschiktheidvandergelijkeactievemedische
hulpmiddelen.
AMPERFIEDisnietinstaatdedesbetreffendeactieve
medischehulpmiddelentebeoordelenmetbetrek-
kingtothungevoeligheidvoorelektromagnetische
stralingen.Ditkanalleendefabrikantvanhetactieve
medischehulpmiddeldoen.Totdeinrichtingendie
in aanmerking moeten worden genomen, behoren
bijvoorbeeldschakelkasten,RFID-readersendisplays.
Daarom adviseert AMPERFIED de desbetreffende per-
sonenpasnaoverlegmetdefabrikantvanhetactieve
medischehulpmiddelendebevoegdeverzekeraaraan
onze laadsystemen te laten werken. Waarborg in ieder
geval vooraf dat er nooit gezondheids- of veiligheids-
risico'sbestaan.
1.4 Werken aan het laadsysteem zonder
gevaren
Voordat de laadkoppeling in het voertuig gestoken wordt
:
• De aansluitleiding van het laadsysteem moet volledig
afgewikkeld zijn.
• Controleer of de behuizing van het laadsysteem, de
aansluitleiding, de laadkoppeling en de aansluitingen
onbeschadigdzijn.
• Raak de steekverbinding van het laadsysteem
uitsluitend aan de laadkoppeling aan en niet aan de
laadkabel.
• Let erop dat er geen struikelpunten aanwezig zijn
door bijv. de laadkabel.
Tijdens het laden:
• Houd onbevoegde personen bij het laadsysteem
vandaan.
• Alshetlaadsysteemaangeslotenis,maguhet
voertuig niet met een hogedrukreiniger reinigen of
wassen, omdat de steekverbinding niet bestand is
tegen water onder druk.
Bij storingen of uitval van het laadsysteem:
• Koppel het laadsysteem van de voedingsspanning los
doorhetuitschakelenvandebijbehorendezekering
in het gebouw. Bevestig een bord met de naam van
depersoondiedezekeringweermaginschakelen.
• Brengonmiddellijkeenelektricienopdehoogte.
Elektrische inrichtingen:
• Houd de behuizing van het laadsysteem altijd gesloten
.
1.5 Installatie en controles
Aanwijzingen voor de keuze van de beveiligingen voor
basis-enfoutbeschermingmetbetrekkingtotdirecte
enindirecteaanraking:
• Leidingbeveiliging
De beveiliging van het laadsysteem moet plaats-
vinden in overeenstemming met de betreffende
nationalevoorschriften.Debeveiligingisafhankelijk
vanbijvoorbeelddevereisteuitschakeltijd,inwendige
netweerstand, geleiderdoorsnede, leidinglengte en
het ingestelde vermogen van het laadsysteem. De
kortsluitingsbeveiliging van de leiding moet een
karakteristiek bezitten die een 8- tot 10-voudige I
nom
toelaat en mag een maximale nominale stroom van
16A,afhankelijkvanhetingesteldevermogenvanhet
laadsysteem,nietoverschrijden.Gebruikuitsluitend
installatieautomatenmeteennominaaluitschakel-
vermogenvan6kA.DeI²twaardevandezekering
magniethogerzijndan80kA²s.
• Aardlekschakelaar
Schakelterbeschermingvanpersonenbijieder
laadsysteem een eigen RCD voor. Gebruik hiervoor
minstenseenRCDtypeAmeteenI
ΔN
van30mAAC.
• DC-lekstroomherkenning (IEC 62955)
Hetlaadsysteembeschiktovereen6mADC-lek-
stroomherkenning.Bijeenlekstroomvan6mADC
ofhogerwordthetlaadsysteemuitgeschakeld.
Aanwijzingenhierovervindtuindetabel"Diagnose".
AANWIJZING
PERSONEN MET ACTIEVE MEDISCHE HULPMID-
DELEN MOGEN NIET AAN DE LAADSYSTEMEN EN
DE GENOEMDE INRICHTINGEN WERKEN OF ZICH
DAAR BEVINDEN, BIJV. VOOR ONDERHOUD OF
HET VERHELPEN VAN STORINGEN.