Installatie en configuratie
20
5.1. Wandmontage
Voor de wandmontage zijn op de zoneregelaar 4
bevestigingsgaten met een diameter van 4,2 mm
aangebracht.
Houd rekening met de montagehoogte van
52 mm van de zoneregelaar! Wanneer de
zoneregelaar verticaal wordt gemonteerd, moet
de transformator aan de bovenzijde zitten, zodat
de warmte optimaal kan worden afgevoerd.
57
337
85
349.5
52.0
∅
4.2
Afmetingen van de zoneregelaar in mm
► Teken de bevestigingsgaten af, boor de gaten en steek er
geschikte wandpluggen in.
► Schroef de zoneregelaar vast.
5.2. Montage op een DIN-rail
► Bevestig de DIN-rail
► Plaats de zoneregelaar van
onderen op de DIN-rail (1).
► Druk de zoneregelaar naar
boven tot deze vastklikt (2).
5.3. Componenten monteren
Zie voor bevestiging van de diverse componenten de
betreffende installatie instructies.
6. Installatie en configuratie
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische
schok!
Niet-geïsoleerde contacten met
netspanning.
► Verwijder de netstekker voor het
openen van de behuizing.
► Laat alle werkzaamheden uitvoeren
door erkend en opgeleid personeel.
► Houdt u aan de geldende
elektrotechnische voorschriften.
WAARSCHUWING
Beschadiging van printplaat
componenten!
De elektronische componenten van
de zoneregelaar en de uitbreidings-
module kunnen door elektro-
statische ontladingen defect raken!
► Raak de componenten niet aan.
► Raak een geaard metalen deel
aan om uzelf te ontladen.
6.1. Behuizing openen
► Open de behuizing zoals afgebeeld in Fig. 2 op de
uitklappagina.
6.1.1. Uitbreidingsmodule plaatsen
(optioneel)
De uitbreidingsmodule HCS 80 verhoogt het mogelijke
aantal temperatuurzones van de zoneregelaar van 5 naar 8.
► Plaats de
uitbreidingsmodule met
de aansluitklem in de
hiervoor bedoelde
insteekplaats.
6.1.2. Type thermische motor instellen
Per zoneregelaar kan slechts één type
thermische motor worden aangesloten. Wanneer
spanningsloos open en spanningsloos gesloten
thermische motoren worden gebruikt, hebt u
twee zoneregelaars nodig.
De thermische motoren zijn beveiligd met een
glaszekering.
► Controleer welk type thermische motor u hebt.
► Stel de schakelaar in conform onderstaande tabel (zie
uitklappagina Fig. 4 (10)):
Schakelaar-
stand
Type
thermische
motor
Eigenschap
Spanningsloos
gesloten
Opent het verwarmingscircuit
wanneer er spanning staat op
de regelingang
Spanningsloos
open
Opent het verwarmingscircuit
wanneer er geen spanning
staat op de regelingang
6.2. Aansluitingen bekabelen
6.2.1. Toegestane typen en kabellengten
Thermische motoren
Uitwendige
kabeldiameter
min. 3,5 mm/max. 5,3 mm
Kabellengte max. 400 m
Kerndiameter max. 1,0 mm²
Striplengte 4 mm
Klembereik van de
aansluitklem
0,07–1,33 mm²; flexibele aders
Net- en pompaansluiting 230 VAC
Uitwendige
kabeldiameter
min. 8,0 mm/max. 11 mm
Kabellengte max. 100 m
Kerndiameter max. 1,5 mm²
Striplengte 7 mm
Klembereik van de
aansluitklem
0,50–2,50 mm²; flex ibele/massieve
aansluiting
0,50–1,50 mm²; flexibel, met
adereindhulsen