Inbedrijfstelling 
 
22 
Massa-ingang
78910456123
TW
TW-ingang
Laagspanningszijde
MCR 40
 
Bij regelaar ZG 252 N liggen TW- en massa-ingang op de 
volgende klemmen: 
 
456 10
TW
ZG 252 N
Massa-ingang
789 1112
TW-ingang
 
 
Bij regelaar MCR 200 zijn de klemmen, waarop 
de TW- en massa-ingangen liggen, afhankelijk 
van de uitvoering. 
 
6.3.2.  Ketelsturing tot stand brengen via 
draadloze verbinding (met 
HC60NG/R6660D) 
 
Afhankelijk van de stand van de zoneventielen wordt het 
relais in- en uitgeschakeld. 
 
6.3.3.  Ketelsturing tot stand brengen met 
geïntegreerd relais 42 VAC, 
potentiaalvrij contact (uitsluitend 
HCE 80R/ HCC 80R) 
Afhankelijk van de stand van de zoneventielen wordt het 
relais in- en uitgeschakeld. 
►  Strip de aansluitingen over 5,5 mm  
(zie uitklappagina Fig. 5). 
 
►  Sluit de ketelsturing conform 
onderstaande afbeelding aan 
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)): 
 
 
TW
H/C
B+
 
 
6.4. Pomp 
6.4.1. Pompaansturing 
Zodra een zone actief is, wordt de pomp met tijdvertraging 
ingeschakeld. Zodra alle kranen zijn gesloten, schakelt de 
pomp uit. 
De LED 
 (zie uitklappagina Fig. 3 (6)) brandt continu 
groen, wanneer de pomp loopt. 
 
6.4.2.  Pomp aansluiten (230 VAC) 
►  Strip de aansluitingen over  
7 mm (zie uitklappagina 
Fig. 7). 
►  Sluit de pomp conform 
onderstaande afbeelding aan 
(zie uitklappagina Fig. 4 (12)): 
Pomp
L
PE
 
 
WAARSCHUWING 
 
Beschadiging van de 
zoneregelaar! 
Kortsluiting bij onjuiste installatie. 
►  Sluit alle regelaars aan op 
dezelfde fase. 
 
 
Regelaar 1
L
N
PE
PE
N
Pomp
Regelaar 2 Regelaar 3
 
 
6.4.3.  Externe antenne installeren 
 
 
Er kunnen maximaal drie zoneregelaars op een 
antenne worden aangesloten. Verzekert u er bij 
de keuze van de montagelocatie van, dat de 
werking van de antenne hierdoor niet negatief 
wordt beïnvloed. 
 
►  Installeer de externe antenne uitsluitend buiten metalen 
behuizingen (b.v. schakelkasten). 
►  Monteer de antenne op een geschikte plaats in de buurt 
van de zoneregelaar. Let er daarbij op, dat er een goede 
RF communicatie met de temperatuurvoeler tot stand is 
gebracht. 
►  Strip de aansluitingen over 5,5 mm  
(zie uitklappagina Fig. 5). 
 
►  Sluit de antenne conform 
onderstaande afbeelding aan 
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)): 
afscherming op 2 
tweede ader op 1 
B+ H/C
TW
 
►  Sluit de klemmen. 
 
 
 
Bij gelijktijdig gebruik van meerdere 
zoneregelaars mag slechts op één regelaar een 
antenne zijn aangesloten (intern of extern). 
 
Regler 1 Regler 2 Regler 3
B+ B+ B+
 
 
6.4.4.  Behuizing van de zoneregelaar 
sluiten 
►  Plaats het deksel van de behuizing (zie uitklappagina). 
►  Laat de kliksluitingen links en rechts vastklikken. 
►  Draai de schroef aan de bovenzijde vast. 
 
7. Inbedrijfstelling 
Bij het inbedrijfstellen worden afstandsregelaars aan de 
temperatuurzones van de zoneregelaar toegewezen (en 
zonodig de tijdprogramma's van de draadloze 
bedieningseenheid CM67z). Op de Hometronic Manager 
wordt voor elke temperatuurzone een zonenaam 
vastgelegd.  
 
ntenne 
Regelaar 1
Regelaar 2 
Regelaar 3