Inhoud
17
Inhoud
1. De gebruiksaanwijzing ........................................ 18
2. Veiligheidsinstructies........................................... 18
3. Overzicht ............................................................. 18
3.1. Verschillen tussen de afzonderlijke toesteltypen . 19
3.2. Functieoverzicht .................................................. 19
4. Zoneschema opstellen ........................................ 19
4.1. Temperatuurzones vastleggen ............................ 19
4.1.1. Voorbeeld van een zone-indeling ........................ 19
5. Montage .............................................................. 19
5.1. Wandmontage ..................................................... 20
5.2. Montage op een DIN-rail ..................................... 20
5.3. Componenten monteren...................................... 20
6. Installatie en configuratie..................................... 20
6.1. Behuizing openen................................................ 20
6.1.1. Uitbreidingsmodule plaatsen (optioneel) ............ 20
6.1.2. Type thermische motor instellen.......................... 20
6.2. Aansluitingen bekabelen ..................................... 20
6.2.1. Toegestane typen en kabellengten ..................... 20
6.2.2. Netkabel aansluiten............................................. 21
6.2.3. Thermische motoren aansluiten .......................... 21
6.3. Ketelsturing ......................................................... 21
6.3.1. Ketelsturing via analoge uitgang (uitsluitend
HCE 80/HCC 80) op externe regelaars
aansluiten ............................................................ 21
6.3.2. Ketelsturing tot stand brengen via draadloze
verbinding (met HC60NG/R6660D)..................... 22
6.3.3. Ketelsturing tot stand brengen met geïntegreerd
relais 42 VAC, potentiaalvrij contact (uitsluitend
HCE 80R/ HCC 80R)........................................... 22
6.4. Pomp................................................................... 22
6.4.1. Pompaansturing .................................................. 22
6.4.2. Pomp aansluiten (230 VAC) ................................ 22
6.4.3. Externe antenne installeren................................. 22
6.4.4. Behuizing van de zoneregelaar sluiten................ 22
7. Inbedrijfstelling .................................................... 22
7.1.1. Inbedrijfstelling zoneregelaar............................... 23
7.2. LED's van de zoneregelaar ................................. 23
7.3. Sterkte van de signaaloverdracht controleren ..... 23
7.4. Bedrijfsstanden van de zoneregelaar .................. 23
7.4.1. Normaal bedrijf-modus ........................................ 23
7.4.2. Storingsmelding-modus....................................... 23
7.4.3. Installatie-modus ................................................. 23
7.4.4. Weergave-modus ................................................ 23
7.5. Koelfunctie........................................................... 23
7.5.1. Koelfunctie vrijgeven ........................................... 23
7.5.2. Omschakelen verwarmen/koelen ........................ 23
7.5.3. Zonenamen toewijzen ......................................... 23
8. Zones toewijzen en zonenamen toekennen
(Teach-in) ............................................................ 23
8.1. Temperatuurvoeler met instelknop HCW 82,
temperatuurvoeler HCF 82 toewijzen .................. 24
8.2. Hometronic Manager HCM 200D toewijzen ........ 24
8.3. Bedieningseenheid CM67z toewijzen.................. 24
8.3.1. Teach-in temperatuurvoeler ................................ 24
8.3.2. Teach-in tijdprogramma CM67z (zone 1) ........... 25
8.3.3. Teach-in tijdprogramma CM67z (zone 2) ........... 25
8.4. Tijdprogramma voor koelfunctie .......................... 25
8.5. Relaismodule voor aansturing van de
warmtebron toewijzen.......................................... 25
8.5.1. Teach-in ketelsturing HC60NG/R6660D.............. 25
8.6. Toewijzing ongedaan maken............................... 25
8.6.1. Toewijzing van afstandsregelaar aan
temperatuurzone ongedaan maken..................... 25
8.6.2. Toewijzing van zonenaam of tijdprogramma
aan temperatuurzone ongedaan maken.............. 25
8.7. Instellingen op de Hometronic Manager
beveiligen ............................................................ 25
9. Configuratie controleren ...................................... 26
9.1. RF communicatie controleren.............................. 26
9.1.1. Testsignalen zenden ........................................... 26
9.1.2. Testsignalen ontvangen ...................................... 26
10. Storingen weergeven........................................... 26
11. Inbedrijfstelling beëindigen .................................. 26
11.1. Aanwijzingen voor de installateur ........................ 26
11.2. Zoneregelaar resetten naar de fabrieksinstelling. 26
12. Zekering vervangen............................................. 27
13. Appendix ............................................................. 27
13.1. Verklarende woordenlijst ..................................... 27
13.2. Storingen oplossen.............................................. 27
13.3. Technische gegevens.......................................... 28
13.4. Toestel- en functiedefinities conform EN 60730-
1 .......................................................................... 28
13.5. Zoneschema (sjabloon) ....................................... 28
13.6. WEEE-richtlijn 2002/96/EG ................................. 28
13.7. Verkorte gebruiksaanwijzing................................ 29
13.7.1. Navigatie- en functieoverzicht ............................. 29