173
INHOUD
Pagina
1. Algemene beschrijving 173
2. Toepassingen 174
2.1 Te verpompen media 174
3. Installatie 174
3.1 Posities van de klemmenkast 174
3.2 Positie van de klemmenkast veranderen 174
3.3 Het typeplaatje draaien 174
3.4 Terugslagklep 175
3.5 Isolatie 175
3.6 Vorstbeveiliging 175
4. Elektrische aansluiting 175
4.1 Voedingsspanning 175
4.2 Aansluitschema 176
5. In bedrijf nemen 177
6. Pompfuncties 177
6.1 Regelmethoden 177
6.2 Keuze van de regelmethode 178
6.3 Pompbedrijf volgens max. of min.
pompcurve 179
6.4 Bedrijf volgens curveverstelling 180
6.5 Temperatuurbeïnvloeding 180
6.6 Signaallampjes 181
6.7 Externe storingssignalering 181
6.8 Externe analoge regelaar (0-10 V) 182
6.9 Externe gedwongen besturingsfuncties 182
6.10 Het bedieningspaneel uitschakelen 182
6.11 Bus communicatie 183
6.12 Draadloze afstandsbediening 183
7. De pomp instellen 183
7.1 Fabrieksinstellingen 183
7.2 Bedieningspaneel 184
7.3 R100 187
7.4 Menu BEDRIJF 188
7.5 Menu STATUS 188
7.6 Menu INSTALLATIE 189
7.7 Prioriteit van instellingen 190
8. Storingsanalysetabel 191
9. Megging 192
9.1 Hoogspanningstest 193
10. Technische specificaties 193
11. Afvalverwerking 193
Alvorens met de installatieprocedure te be-
ginnen, dient u deze installatie- en bedie-
ningsinstructies zorgvuldig te bestuderen.
De installatie en bediening dienen boven-
dien volgens de in Nederland/België gel-
dende voorschriften en regels van goed
vakmanschap plaats te vinden.
1. Algemene beschrijving
De UPE Serie 2000 bestaat uit een complete reeks
circulatiepompen met een energiebesparende, geïn-
tegreerde toerenregeling, waarmee de pompcapaci-
teit op de momentele systeembehoefte kan worden
ingesteld. Bij vele systemen leidt dit tot een aanzien-
lijke daling van het energieverbruik; bovendien pro-
duceren de thermostatische ventielen en andere
onderdelen minder geluid en kan het systeem beter
worden geregeld.
De gewenste opvoerhoogte kan op het bedienings-
paneel van de pomp worden ingesteld.
Deze instructies zijn van toepassing op de pomp-
typen UPE 50-120, UPE 65-120, UPE 80-120 en
UPE 100-60.
De pomp biedt de volgende functies:
• Regeling op basis van drukverschil met lei-
dingweerstandcompensatie (fabrieksinstelling).
De opvoerhoogte wordt gewijzigd overeenkomstig
de volumestroombehoefte. De gewenste opvoer-
hoogte kan op het bedieningspaneel van de pomp
worden ingesteld.
• Regeling op basis van constant drukverschil.
Er wordt een constante opvoerhoogte gehand-
haafd, onafhankelijk van de volumestroombe-
hoefte. De gewenste opvoerhoogte kan op het
bedieningspaneel van de pomp worden ingesteld.
• Bedrijf volgens verstelbare pompcurve. De
pomp draait met constant toerental op of tussen
de min. en max. curves.
• Temperatuurbeïnvloeding. De opvoerhoogte
varieert afhankelijk van de mediumtemperatuur.
• Extern storingssignaal via een potentiaalvrije
uitgang.
• Externe analoge regeling van de opvoerhoogte
of het toerental via een externe meetopnemer
(0-10 V).
• Externe gedwongen besturingsfuncties via in-
gangen voor:
- Start/stop,
- Max. capaciteitscurve,
- Min. capaciteitscurve (nachtbedrijf).
• Bus communicatie. De pompen uit de UPE
Serie 2000 zijn voorzien van een ingang voor bus
communicatie, zodat de pomp kan worden gere-
geld en bewaakt met het Pump Management Sys-
tem 2000 van GRUNDFOS of een Gebouw
Beheer Systeem.
• Afstandsbediening. De pomp kan worden be-
diend met behulp van de draadloze afstandsbe-
diening R100 van GRUNDFOS.