Het Smart Speed
T M
besturingssysteem
gebruiken
De hendel van het Smart Speed
T M
besturingssysteem
bevindt zich onder de bestuurdersstoel ( Figuur
27 ) en geeft de bestuurder de keuze uit drie
snelheidsbereiken: trimmen, slepen en maaien.
g293338
Figuur 27
1. Smart Speed hendel
Om van snelheid te veranderen, gaat u als volgt te
werk:
1. Zet de rijhendels in neutraal en dan naar buiten
in de P ARKEERSTAND .
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de hendel in de gewenste stand.
W at volgt, is uitsluitend bedoeld als
gebruiksaanbeveling. De instelling is afhankelijk van
de grassoort, het vochtgehalte en de hoogte van het
gras.
Aanbevolen
gebruik:
T rimmen
Slepen
Maaien
Parkeren X
Zwaar , nat
gras
X
Instructie X
T rimmen van
gras
X
Maaisel
opvangen
X
Mulchen X
Bij het
slepen van
hulpstukken
of werktuigen
X
Normaal
maaien
X
Met de
machine
rijden
X
T rimmen
Dit is de laagste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
• Parkeren
• Zwaar , nat gras maaien
• Instructie
• T rimmen van gras
Slepen
Dit is de middelste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
• Maaisel opvangen
• Mulchen
• Bij het slepen van hulpstukken of werktuigen
Maaien
Dit is de hoogste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
• Normaal maaien
• Met de machine rijden
25