Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Bij elk gebruik of dagelijks
• Het veiligheidssysteem controleren.
• Oliepeil controleren.
• De maaimessen controleren.
• Controleer de grasgeleider op schade.
Na elk gebruik
• V erwijder gras en vuil van de maai - eenheid, de geluiddemper , de aandrijvingen, de
grasvanger en de motor .
• Maaikast reinigen.
Om de 25 bedrijfsuren
• De lagers van de zwenkwielen smeren (vaker bij gebruik in zanderige bodems).
• Het schuimelement van het luchtlter reinigen (vaker in stof ge, vuile
omstandigheden).
• Bandenspanning controleren.
• Alle riemen op slijtage en scheurtjes controleren.
Om de 100 bedrijfsuren
• Het schuimelement van het luchtlter vervangen (vaker in stof ge, vuile
omstandigheden).
• V erwijder en reinig de ventilatorbehuizing en andere uitlaatringen (vaker in zeer
stof ge, vuile omstandigheden).
• Brandstof lter van de slang vervangen.
Om de 100 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste
periode moet worden
aangehouden
• Het papierelement van het luchtlter vervangen (vaker als de machine wordt
gebruikt in stof ge of vuile omstandigheden).
• Motorolie verversen en olielter vervangen (dit moet vaker gebeuren als de machine
wordt gebruikt in stof ge of vuile omstandigheden).
• Controleer de bougie(s).
Om de 200 bedrijfsuren
• De bougie(s) vervangen.
Vóór de stalling
• Accu opladen en accukabels loskoppelen.
• V oorafgaande aan de stalling moeten alle bovengenoemde onderhoudsprocedures
worden uitgevoerd.
• W erk alle beschadigde oppervlakken bij.
Belangrijk: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoud uitvoert.
34