g297046
Figuur 15
1. Grasgeleider
3. Moer
2. Stang van grasgeleider
4. Keerplaat
1 1. Gebruik de moer om de keerplaat te monteren
aan de stang van de grasgeleider . Gebruik
hierbij de buitenste opening in de keerplaat
( Figuur 15 ).
12. Monteer het maaidek; zie Het maaidek monteren
( bladz. 54 ) .
T ijdens gebruik
V eiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
• De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
• Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom
worden beschadigd.
• Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
• Contact met het mes kan leiden tot ernstig
lichamelijk letsel. Zet de motor af, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. W anneer u de sleutel
naar UIT draait, moet de motor afslaan en moet
het mes stoppen. Als dit niet het geval is, mag
u de machine niet verder gebruiken en moet u
contact opnemen met een erkende servicedealer .
• Gebruik de machine uitsluitend als het zicht goed
is en bij geschikte weersomstandigheden. Gebruik
de machine niet als er kans op bliksem is.
• Houd uw handen en voeten uit de buurt van
de maai - eenheden. Blijf uit de buurt van de
afvoeropening.
• Maai niet als de grasgeleider in de geheven stand
staat, verwijderd is of gewijzigd is, tenzij een
grasvanger of mulchset gemonteerd is en goed
werkt.
• Maai uitsluitend in de achteruitstand, als dat
strikt noodzakelijk is. Kijk altijd naar beneden en
achterom voordat u achteruitrijdt.
• W ees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
• Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk
maait.
• Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de contactsleutel verwijderen (indien de machine
hiermee is uitgerust) en wachten totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de machine op beschadiging controleert.
V oer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
• V erminder uw snelheid en wees voorzichtig
als u een bocht maakt of wegen en voetpaden
oversteekt met de machine. V erleen altijd
voorrang.
• Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen
zakken.
– Haal de parkeerrem aan.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– W acht tot alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
• Laat de motor enkel draaien in goed
verluchte omgevingen. Uitlaatgassen bevatten
koolstofmonoxide, dat dodelijk is bij inademing.
• Als u de machine verlaat, laat deze dan niet
draaien.
• Bevestig materiaal dat wordt gesleept uitsluitend
aan het sleeppunt aan de machine.
• Gebruik de machine niet tenzij alle schermen en
veiligheidsvoorzieningen zoals de geleiders en de
volledige grasvanger op hun plaats zitten en goed
werken. V ervang versleten of kapotte onderdelen
indien nodig.
19