¶ De accu niet van de elektrische installatie losne-
men, zolang de laadprocedure actief is.
¶ Laadklemmen nooit kortsluiten.
i Bij poolomwisseling en klemmenkortsluiting blijft
de laadspanning uitgeschakeld en verschijnt er een
storingsmelding.
5.2 Inschakelen
1. BAT 645 via de stroomkabel op het spanningsnet
aansluiten.
2. BAT 645 via de aan-/uitschakelaar (afb. 1, pos. 1)
inschakelen.
Rode LED (afb. 1, pos. 7) brandt bij aangesloten
of knippert bij niet aangesloten accu.
i Na de eerste keer inschakelen of het resetten naar
de fabrieksinstelling verschijnt automatisch het
menu "Taal instellen".
i Na het inschakelen van de BAT 645 wordt bij
aangesloten accu de spanning getoond, bij niet
aangesloten accu verschijnt de melding "geen accu
aangesloten".
i BAT 645 herkent automatisch of er een 12 Volt
accu of een 24 Volt accu (twee in serie geschakelde
12Volt accu's) aangesloten is.
Minimale spanning per bedrijfsmodus 12V 24V
Geen bedrijfsmodus (bijv. na het inschakelen) 3V 17V
Laden 3V 17V
Laden (LFP) 9V 18V
Steunen 3V 17V
Buffers 9V 18V
Tab. 1: Accuherkenning
5.3 Laadmodus
Laadkarakteristieken
BAT 645 heeft afhankelijk van het accutype verschillen-
dende laadkarakteristieken en laadparameters in het
geheugen. Op de volgende foto wordt als voorbeeld het
principe van een acculaadkarakteristiek weergegeven.
t
I
U
I
1
I
2
U
U
3
Afb. 3: Laadkarakteristiek
Laadkarakteristiekwaarden voor accutype UNI
I
1
= 20% van de ingestelde accucapaciteit
I
2
= 2% van de ingestelde accucapaciteit
U
1
=
14,0 V (12 V)
28,0 V (24 V)
U
2
= 14,2 V – 14,8 V (12 V)
28,4 V – 29,6 V (24 V)
U
3
=
13,5 V / 27 V
Fase 1 (t1): hoofdlading, groene LED knippert snel
De laadstroom I
1
bedraagt ca. 20% van de ingestelde
accucapaciteit (bij LFP-accu's 60%). Wanneer de accu
de eindlaadspanning U
1
heeft bereikt, begint de laad-
stroom I
1
te dalen. Nu is ca. 65% van de accucapaciteit
bereikt. De accu is inzetbaar als startaccu. Fase 1 is
voltooid, wanneer de laadstroom I
1
minder wordt dan
ca. 2% van de accucapaciteit. De accu is dan voor ca.
97% opgeladen.
Fase 2 (t2): bijlading, groene LED knippert langzaam
De laadstroom I
2
bedraagt ca. 2 % van de ingestelde accu-
capaciteit. De laadspanning wordt begrensd tot U
2
.
Fase 3 (t3): druppellading, groene LED brandt
De laadstroom wordt altijd geactiveerd, wanneer de
accuspanning minder wordt dan U
3.
De laadstroom
blijft zo lang actief, totdat de laadspanning U
1
weer
bereikt is.
Bediening | BAT 645 | 169 | nl
1 689 989 233 2022-01-24| Robert Bosch GmbH