Elcometer 500 - Geschikte Substraten; Het Meetbereik

c
 Metingen & Differentieel (Δ) - Model T
(Figuur 10); D e laatste meting wordt
getoond met de afwijking op de NDFT-
waarde (nominale drogelaagdikte) ingesteld
via Menu/Limietgeheugens/Aanmaken
Limietgeheugen/Instellen NDFT.
Het weergavescherm instellen:
1 Druk op Display/Instellen Display/Bovenkant Display (of naar
behoeven op Onderkant Display).

2 Gebruik de softkeys om de gewenste optie te selecteren en

druk op ‘Select.’.
Opmerking: Als u 'Geen' hebt geselecteerd voor de ene helft en ‘Metingen’ of ‘Run
Grafiek’ voor de andere helft, vullen de meetwaarden of run grafiek het hele
scherm. Bij elke andere combinatie zullen de gegevens volgens de
instellingen in de bovenste of onderste helft van het scherm worden getoond.
7.4 HET MEETBEREIK
De Elcometer 500 maakt gebruik van de ‘Puls-Echo’ meettechniek (die
de totale dikte vanaf de basis van de sonde tot het dichtheidsgrensvlak
van het materiaal meet), om niet-destructief coatings te meten tot 10 mm
(390 mil) dik op beton en vergelijkbare substraten.
Hoewel de Elcometer 500 typische epoxycoatings kan meten tot 10 mm
(390 mil) dikte (afhankelijk van de gebruikte sonde) kunnen
geluidsabsorberende coatings zoals rubber het meetbereik van de meter
beperken. Neem contact op met Elcometer voor meer informatie.
7.5 GESCHIKTE SUBSTRATEN
De Elcometer 500 kan coatings meten op beton en vergelijkbare
substraten. Het gaat hierbij om gipsplaten, betonblokken, baksteen,
steen, betonelementen en andere cementgebonden materialen.
De Elcometer 500 is bij uitstek geschikt voor het meten van coatings op
ruwe en gladde substraten. Vanwege de aard van ultrasoontechnologie
kan de stabiliteit van de meting echter verslechteren als de hardheid
toeneemt – zoals weergegeven door de signaalsterkte-indicator. Als de
signaalsterkte-indicator groen oplicht, is de meting geldig en stabiel. Is
dit niet het geval, plaats de sonde dan op een andere plek van het
testoppervlak tot u een sterk signaal ontvangt.
c
Niet mogelijk in ‘Scanmodus’ – zie sectie 5.3 ‘Een meting verrichten in Scanmodus – Model T’ op
pagina nl-8.
Figuur 10: Metingen &
Differentieel
7 DE PARAMETERS VAN DE METER INSTELLEN (vervolg)
www.elcometer.com
nl-12
R