Elcometer 500 - De Meetresolutie Selecteren; Een Eenheid Kiezen; 8 Grenzen Instellen - Model T

Grenzen zijn opgegeven tolerantieniveaus waarmee u metingen kunt
vergelijken met vooraf gedefinieerde waarden. De Elcometer 500
Model T kan tot wel 40 voorgeprogrammeerde grenzen opslaan.
®
Grenzen kunt u aanmaken op de meter of op een pc via ElcoMaster
en opslaan in het geheugen voor toekomstig gebruik. Met behulp van
®
ElcoMaster kunt u opgeslagen grenzen overzetten op andere
Elcometer 500 meters.
Elke grens kan bestaan uit een NDFT-waarde (Nominale
drogelaagdikte) (x:) – vereist voor 'Metingen & Differentie' – een
ondergrens ( ) en/of bovengrens ( ).
Als een meting buiten de ingestelde
grenzen valt, kleuren de meetwaarde en
het corresponderende grenspictogram
rood, knippert de rode led en piept het
alarm (Figuur 11).
U kunt grenzen bepalen voor individuele
metingen of wanneer u een nieuwe groep
opent, zie Sectie 8.1 en 8.2. Verschillende
groepen kunnen verschillende
grenswaarden bevatten.
Aangemaakte grenzen worden opgeslagen in het metergeheugen en
kunnen later worden opgeroepen, zie Sectie 8.3.
U kunt de grenzen hernoemen en op elk gewenst moment de waarden
aanpassen, zie Sectie 8.4 en 8.5.
Figuur 11
8 GRENZEN INSTELLEN - MODEL T
www.elcometer.com
nl-13
R
7 DE PARAMETERS VAN DE METER INSTELLEN (vervolg)
7.6 EEN EENHEID KIEZEN
De Elcometer 500 kan de meetwaarden tonen in μm, mm, mils en
inch. Druk op Menu/Setup/Eenheden om een eenheid te kiezen.
7.7 DE MEETRESOLUTIE SELECTEREN
De Elcometer 500 heeft een instelbare meetresolutie:
 Laag: 10 µm, 0,01 mm, 1 mils of 0,001"
 Hoog: 1 µm, 0,001 mm, 0,1 mils of 0,0001"
(voor precisiemetingen op dunne coatings.)
Druk op Menu/Setup/Meting/Resolutie en kies naar behoeven ‘Laag’
of ‘Hoog’.