De procedure ‘Nulstelling’ is onderdeel van het kalibratieproces, maar
u kunt het proces ook altijd uitvoeren om te controleren of er
voldoende sondekop-olie op de sensorplaat zit en om de conditie van
de sondekop te controleren.
12.1 VOORDAT U BEGINT
1 Verwijder resten koppelmiddel van het sondeoppervlak.
2 Koppel een sonde – zie Sectie 4.4 op pagina nl-6.
3 Schakel de meter in – zie Sectie 4.3 op pagina nl-5.
12.2 NULSTELLING UITVOEREN OP DE SONDE
1 Druk op Menu/Kalibratie/Nul Instellen.
2 Houd de (schone) sonde in de lucht
en druk op ‘Nul’ (Figuur 24).
Als de signaalsterkte-indicator niet groen
oplicht: Wordt gevraagd om sondekop-olie
aan te brengen. Druppel wat olie op de
sensorplaat, zie Sectie 4.6 op pagina nl-7,
druk op ‘Ok’ en herhaal Stap 2 hierboven.
Als de signaalsterkte-indicator groen oplicht en de slijtage van de
sondekop minder is dan 0,7 mm: De nulstellingprocedure wordt
voltooid en de meter keert terug naar het uitleesscherm (of het
kalibratiescherm als de nulstelling onderdeel is van de
kalibratieprocedure).
Als de signaalsterkte-indicator groen oplicht en de slijtage van de
sondekop is meer dan 0,7 mm maar minder dan 1 mm: Dan wordt
gevraagd om de sondekop te controleren op slijtage of beschadigingen.
Na inspectie kunt u vervolgen met de huidige sondekop of een nieuw
kop plaatsen (aanbevolen), zie Sectie 4.5 op pagina nl-6. Druk op ‘Ok’
om de nulstellingprocedure te voltooien en de meter terug te laten keren
naar het uitleesscherm (of het kalibratiescherm als de nulstelling
onderdeel is van de kalibratieprocedure).
Als de signaalsterkte-indicator groen oplicht en de slijtage van de
sondekop meer dan 1 mm is: Dan wordt gevraagd om de sondekop
te vervangen. Vervang de sondekop, zie Sectie 4.5 op pagina nl-6,
druk op ‘Ok’ en herhaal Stap 2 hierboven.
Figuur 24
12 NULSTELLING VAN DE SONDE
www.elcometer.com
nl-24
R
To Next Page
Loading...
